Algemeen

Naast de uitvoering van het dopingcontroleproces kan ook het verzamelen en onderzoeken van informatie tot bewijs over dopinggebruik leiden. De Dopingautoriteit doet op basis van artikel 5 van de Wuab en artikelen 16 tot en met 20 van het Nationaal Dopingreglement onderzoek naar mogelijke dopingzaken in binnen- en buitenland. Deze informatie, in de meest brede zin van het woord en inclusief wetenschappelijke informatie, vormt ook de belangrijkste input om dopingcontroles gericht in te zetten en vormt de basis voor het testdistributieplan van de Dopingautoriteit.

In de loop van 2022 zijn de werkzaamheden in het kader van “Intelligence & Investigations” (I&I) in een aparte afdeling gepositioneerd en is het aantal “Intelligence Officers” uitgebreid van één naar drie. Dit heeft de rol van I&I-informatie verder versterkt.

Ontvangen meldingen

Bezoekers van de websitepagina Meldpunt Doping kunnen meldingen doen over mogelijke dopingovertredingen. Ook kunnen zij via de link informatie verkrijgen over de manier waarop en waarover er melding gedaan kan worden. Melders kunnen onder meer een webformulier invullen en desgewenst volledig anoniem melden.

In 2022 werd er bij de Dopingautoriteit 48 maal melding gedaan door externen, (exclusief ketenpartners), over mogelijke dopingovertredingen via één van de mogelijkheden van het Meldpunt Doping. Dit is een daling ten opzichte van 2021 (51). De inhoud van de meldingen varieert van dopinggebruik tot aan dopinghandel en betreft 12 verschillende sporten (2021: 8).

Samenwerking met overheidsdiensten en antidopingorganisaties

Anders dan bij het dopingcontroleproces is de Dopingautoriteit bij de uitvoering van een deel de wettelijke taak zoals vermeld in artikel 5 van de Wuab afhankelijk van de medewerking van andere organisaties dan sportorganisaties, in het bijzonder van die van opsporings- en handhavingsorganisaties van de overheid. Het ontwikkelingen en uitbouwen van een goede samenwerking met deze organisaties is dan ook van groot belang. Hierbij gaat het om verstrekken en ontvangen van informatie. De samenwerking met ketenpartners als Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), NVWA-IOD, Politie, FIOD, Douane is vastgelegd in samenwerkingsprotocollen.

In de samenwerking tussen de overheidsdiensten blijft het delen van informatie met de Dopingautoriteit een uitdaging. Dit ten gevolge van verschillende wettelijke kaders zoals de Wet politiegegevens (Wpg). In 2022 is vanuit de opsporingsinstanties een blijvende vraag naar expertise over doping waar te nemen. De Dopingautoriteit is opgenomen in de database van de Landelijke Deskundigheidsmakelaar (LDM) van de Nationale Politie om zodoende eveneens op deze wijze expertise aan te leveren binnen (landelijke) onderzoeken gelieerd aan dopinggeduide middelen. Hier wordt actief gebruik van gemaakt. De Dopingautoriteit blijft nadrukkelijk streven naar een steeds nauwere samenwerking met opsporings- en handhavingsinstanties. Met buitenlandse antidopingorganisaties wordt informatie in beide richtingen efficiënt gedeeld. Ook is er ondersteuning bij lopende onderzoeken.

De door de Dopingautoriteit verstrekte I&I-informatie wordt voorzien van een internationaal gebruikte classificatie, waarbij een oordeel wordt geveld over de betrouwbaarheid van de informatie en de betrouwbaarheid van de bron van de informatie. In 2022 is informatie verstrekt aan onder andere de NVWA en de politie maar ook aan antidopingorganisaties in Duitsland, Vlaanderen, Groot Brittannië, Australië en aan verschillende internationale federaties.