Tuchtrecht
De afdeling Juridische Zaken van de Dopingautoriteit vervult een rol die vergelijkbaar is met die van het Openbaar Ministerie: zij is belast met alle juridische aspecten die behoren bij onderzoeken naar dopingovertredingen. Als sprake is van een mogelijke dopingovertreding fungeert Juridische Zaken als ‘officier van justitie’: zij besluit over het aangaan van schikkingen, het seponeren van zaken, het doen van aangifte, draagt zorg voor het aanleveren van het bewijs, beoordeelt de zaak en de passende strafmaat.
Als zodanig is de afdeling Juridische Zaken van de Dopingautoriteit betrokken bij alle (juridische) aspecten van het onderzoek naar dopingovertredingen, de vervolging van dopingovertredingen en de tuchtrechtelijke behandeling van deze overtredingen. De bij deze activiteiten en processen behorende stappen en handelingen vloeien voort uit het Nationaal Dopingreglement, de World Anti-Doping Code en de verschillende bij deze Code horende International Standards.
De juridische activiteiten in een dopingzaak vangen normaliter aan zodra sprake is van een controleresultaat dat duidt op de mogelijke aanwezigheid van een dopinggeduide stof of methode in een bloed- of urinemonster van een sporter. De aanleiding kan echter ook het vermoeden van een andere dopingovertreding zijn: bijvoorbeeld een weigering, een poging tot manipulatie van de dopingcontrole of van het lichaamsmonster of van de manipulatie (lees: vervalsing) van bewijsmateriaal.
Resultaatmanagement
Het proces dat in dit soort gevallen start, noemt het Nationaal Dopingreglement ‘resultaatmanagement’. Dit door de afdeling Juridische Zaken van de Dopingautoriteit uitgevoerde proces is het proces dat start met de constatering van een mogelijke dopingovertreding. Voor een beschrijving van het resultaatmanagement, zie Bijlage 7.
Nationaal Dopingreglement
1 januari 2021 is de nieuwe World Anti-Doping Code in werking getreden. Dat betekende dat voorafgaand aan die datum sport- en antidoping-organisaties hun dopingregels in overeenstemming met deze Code moesten brengen. In Nederland is dit in twee stappen gebeurd. Allereerst heeft de Dopingautoriteit op grond van de Code een volledig aangepast Nationaal Dopingreglement (NDR) opgesteld. Vervolgens is dit NDR voorgelegd aan de topsportbonden ter vaststelling. Voor het merendeel van de bonden dat bij het Instituut Sportrechtspraak (ISR) is aangesloten, geldt dat het ISR het NDR vaststelt. Voor de niet voor doping bij het ISR aangesloten bonden geldt dat zij het NDR individueel moesten vaststellen volgens hun eigen statutaire procedures. Naast het opstellen van een nieuw NDR, zijn de bij dit NDR behorende bijlagen en reglementen aangepast en zijn diverse nieuwe reglementen opgesteld. Verder is het NDR in het Engels vertaald en voorgelegd aan WADA.
Herzieningsverzoeken
De Code 2021 bevat op een aantal punten de mogelijkheid van de oplegging van lagere straffen dan op grond van de huidige dopingregels mogelijk is. Sporters die op basis van de nieuwe Code recht zouden hebben gehad op een lichtere straf, hebben de mogelijkheid om herziening aan te vragen van de schorsing die hen op basis van de huidige Code is opgelegd. Hiertoe heeft de Dopingautoriteit een Reglement Herzieningsverzoeken Overgangsbepalingen World Anti-Doping Code 2021 opgesteld. Sporters kregen de mogelijkheid reeds in 2020 een herzieningsverzoek in te dienen, zodat zij al begin januari 2021 zouden weten of zij weer in wedstrijdverband mochten uitkomen.
In totaal kwam vijf sporters in aanmerking om een herzieningsverzoek in te dienen en zijn hierover door de afdeling Juridische Zaken schriftelijk geïnformeerd. Drie sporters hebben van deze mogelijkheid gebruik gemaakt.
Uitleg tuchtuitspraak en dopingsanctie
De afdeling Juridische Zaken begrijpt dat tuchtrechtelijke uitspraken moeilijk zijn te doorgronden en dat niet alle sporters op de hoogte zijn van hun rechten en plichten nadat in een dopingzaak uitspraak is gedaan. Het is belangrijk om sporters/begeleiders te informeren over wat ze wel en niet mogen doen nadat hen een periode van uitsluiting is opgelegd wegens het begaan van een dopingovertreding. De Dopingautoriteit heeft daarom een document ontwikkeld waarin informatie is gebundeld over de gevolgen van een dopingsanctie. In aanvulling daarop bevat dit document een toelichting over het tuchtrechtelijke proces, de verschillende mogelijke uitspraken en de rollen van de verschillende partijen.
Tuchtrecht in Nederland
De Code 2021 heeft waarborgen ingebouwd in het tuchtrechtelijke proces van de behandeling van dopingovertredingen. Het betreft waarborgen die de kwaliteit en onafhankelijkheid van de tuchtrechtspraak moeten garanderen. De eisen uit de Code betekenen in feite dat alle topsportbonden die nog niet bij het ISR zijn aangesloten, zich alsnog zullen moeten aansluiten bij het ISR voor doping. In 2020 heeft de Dopingautoriteit, samen met NOC*NSF, met vrijwel alle niet-aangesloten bonden gesprekken gevoerd over aansluiting.
Niet bij alle bonden kan de overstap snel worden gerealiseerd. Een aantal bonden zal daarom pas in 2021 de overstap naar het ISR maken.
Binding leden aan beslissingen Dopingautoriteit
Leden zijn in beginsel slechts gebonden aan beslissingen van organen van de bond (vereniging) waarbij zij zijn aangesloten. Voor het dopingreglement geldt echter dat zij ook gebonden moeten zijn aan beslissingen die de Dopingautoriteit op grond van het NDR neemt (denk aan dispensaties, besluiten om een sporter te controleren, een sporter toe te voegen aan de RTP, etc.). Het regelen dat sporters inderdaad gebonden zijn aan dergelijke beslissingen vereist hetzij een statutenwijziging, hetzij maatwerk bij een bond (via licenties of overeenkomsten). Het realiseren van deze ledenbinding in de sport is een langdurig proces, mede vanwege de complexiteit van de materie.
Tijdens de gesprekken met de bonden inzake de overstap naar het ISR, zoals hierboven beschreven, is tevens het aspect van het binden van leden aan beslissingen van de Dopingautoriteit besproken. Ook dit blijkt een langdurig traject.
Structurele activiteiten en werkzaamheden
In 2020 behoorden tot de structurele juridische werkzaamheden het verlenen van algemene juridische dienstverlening en ondersteuning binnen de organisatie. Het ging hierbij om het opstellen, beoordelen en/of herzien van contracten, brieven, (beleids)notities, reglementen en advisering ten behoeve van de verschillende afdelingen van de Dopingautoriteit, alsook de voorzitter.
Tot de structurele activiteiten behoorden in 2020 verder het verlenen van toelichting en advisering aan sportbonden, en in diverse gevallen ook sporters (en hun begeleiders), inzake de inhoud, werking en toepassing van het Dopingreglement.
Onderzoek en advisering (complexe) juridische vraagstukken
Het bestuderen en onderzoeken van complexe juridische vraagstukken is een structureel terugkerende activiteit. In 2020 zijn de volgende juridische vraagstukken verder onderzocht en besproken met beleidspartners: (1) de rol en positie van de Dopingautoriteit als publiekrechtelijk niet-statutair orgaan van een sportbond aan wie een significant aantal taken en bevoegdheden toekomt op grond van de World Anti-Doping Code en het Nationaal Dopingreglement, (2) de samenloop van publiekrecht (de Wuab) en privaatrecht (verenigingsrecht; in de vorm van statuten en het Nationaal Dopingreglement), en (3) de toepassing van de wettelijke taken en grondslagen voor de verwerking van persoonsgegevens enerzijds en de taken zoals die voortvloeien uit het Nationaal Dopingreglement anderzijds. In 2020 zijn daarnaast nieuwe vraagstukken onderzocht die voortvloeiden uit de nieuwe World Anti-Doping Code en de nieuw geïntroduceerde International Standard for Results Management (ISRM). Hierbij valt te denken aan de eisen inzake institutionele onafhankelijkheid en de bevoegdheidsverdeling Dopingautoriteit - bonden - ISR.
Wet openbaarheid van bestuur (Wob)
De Dopingautoriteit heeft in 2020 geen Wob-verzoeken ontvangen.
Bezwaar en beroep in het kader van de Awb
Een van de gevolgen van het ontstaan van het zbo is dat belanghebbenden op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het recht hebben op het instellen van bestuurlijk bezwaar tegen besluiten van de Dopingautoriteit. Daarna is er desgewenst nog de mogelijkheid beroep in te stellen bij de bestuursrechter.
De Dopingautoriteit heeft in 2020 één tegen een besluit van de Dopingautoriteit ingesteld bezwaar conform de Awb ontvangen. Tegen het besluit van de Dopingautoriteit op dit bezwaar is geen beroep ingesteld bij de bestuursrechter.
Privacy
Alle naar aanleiding van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) opgestelde documenten (privacybeleid, privacyreglement, etc.) zijn in 2020 geëvalueerd en waar nodig geüpdatet. In 2020 heeft de Dopingautoriteit in totaal vier datalekken geregistreerd. In geen van deze gevallen bestond er een meldingsplicht bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP).
Beleid, regelingen en reglementen i.v.m. zbo-status
Er zijn verschillende regelingen en reglementen herzien.
WADA audit
In het kader van de door WADA bij de Dopingautoriteit uitgevoerde audit zijn twee juridische processen geaudit: het resultaatmanagement en privacy. Vanwege het juridische karakter en het privacy-aspect is de afdeling Juridische Zaken verder nauw betrokken geweest bij de audit van het dispensatieproces.