De wetenschappelijke activiteiten van de Dopingautoriteit bestaan uit de volgende taken:

  • een continue inventarisatie van de wetenschappelijke literatuur op doping gerelateerde relevantie;
  • het uitvoeren en initiëren van onderzoek als dat ten dienste staat van het (inter)nationale antidopingbeleid; en
  • de verspreiding van wetenschappelijke dopingkennis zowel binnen als buiten de organisatie.

Inventarisatie wetenschappelijke literatuur
Om op de hoogte te blijven van de meest recente ontwikkelingen houdt de Dopingautoriteit nieuwe publicaties van doping gerelateerde wetenschappelijke literatuur bij en slaat de relevante artikelen op in haar archief. Dit archief is in 2018 aangevuld met 85 relevante artikelen. Alle artikelen zijn intern digitaal beschikbaar en de belangrijkste artikelen worden geplaatst op de website www.doping.nl. Hiernaast wordt continu een netwerk onderhouden met verschillende wetenschappers om op de hoogte te blijven van de meest recente ontwikkelingen op allerlei vakgebieden die van belang zijn voor het onderwerp ‘doping’ (Hematologie, Cardiologie, Endocrinologie, Fysiologie, Sociologie, Gezondheidsvoorlichting, Ethiek, Sportgeneeskunde, Genetische Therapie en Detectie/analyse). Er is in totaal achtmaal opgetreden als referent voor zogenoemde peer-reviewed wetenschappelijke tijdschriften.

De informatie uit de beschikbare literatuur wordt actief verspreid en dient als basis voor de interne advisering aan de afdelingen Handhaving & Opsporing en Preventie, aan de juridisch medewerker (in het kader van specifieke dopingzaken) en aan de directeur (onder andere voor zijn perscontacten). Deze informatie wordt tevens gebruikt om specifieke wetenschappelijke vragen te beantwoorden van externen, zoals artsen, juristen, journalisten, studenten en andere belangstellenden.

Activiteiten
Indien verzoeken van de pers een meer-dan-gemiddeld wetenschappelijk karakter hebben, staat de wetenschappelijk medewerker de pers te woord. Een specifiek verzoek in 2018 betrof een vraag over dopinganalyses bij het jeugdprogramma ‘Willem Wever’. Vanwege de beperkte tijd die de medewerkers van de Dopingautoriteit hebben, worden scholieren (en studenten) meestal niet persoonlijk te woord gestaan maar verwezen naar een specifiek deel van de website dat hiervoor is ingericht. Om toch eer te doen aan de regelmatig terugkerende vragen van scholieren is besloten om medewerking te verlenen aan dit populaire kinderprogramma.

Met zeven andere (wetenschappelijke) medewerkers, werkzaam bij de nationale antidoping-organisaties van Zwitserland, Noorwegen, Denemarken, Groot-Brittannië, Duitsland, de Verenigde Staten, en Nieuw-Zeeland, bestaat er een werkgroep om ervaringen uit te wisselen. Periodiek vindt er een (telefonische) vergadering plaats over lopende onderzoeken en specifieke wetenschappelijke dopingkwesties. In 2018 zijn er twee vergaderingen gehouden.

De Dopingautoriteit fungeert als adviseur voor verschillende initiatieven. De basisgedachte hierbij is altijd dat er zowel kennis en ervaringen worden gebracht, als dat deze worden vergroot voor de interne organisatie. In sommige gevallen is dit adviseurschap geformaliseerd. In het kader hiervan zijn er wetenschappelijke contacten onderhouden met de anabolenpoli in het Spaarne Gasthuis in Haarlem, met het Britse voedingssupplemententestsysteem Informed Sport van het bedrijf LGC, met de Amerikaanse wielrenbond USA Cycling en met een wetenschappelijk project waarbij marathonlopers begeleid worden in de jacht op een wereldrecord onder de twee uur (zie www.sub2hrs.com). Ook zijn er intensieve contacten geweest met het Leidse bedrijf CHDR in het kader van een onderzoek naar de prestatieverhogende en gezondheidsgerelateerde effecten van EPO-gebruik. Hierbij is ook onderzoek gedaan naar de detectie van epo-misbruik. De resultaten van deze laatste studie zijn inmiddels ingediend bij een wetenschappelijke tijdschrift.

Tenslotte heeft de Dopingautoriteit meerdere wetenschappelijke congressen bezocht: het post-Olympisch congres van de Nederlandse Vereniging voor Traumachirurgie (maart, Arnhem), het 16e USADA Wetenschappelijk Symposium (oktober, Chicago), Water Science for Impact bij Wageningen University & Research (oktober, Wageningen), het 15e Sportmedisch Wetenschappelijk Jaarcongres van de Vereniging voor Sportgeneeskunde (november, Ermelo) en een mini-symposium over het onderwerp “Anabolen bij Revalidatie” bij revalidatiecentrum Reade (november, Amsterdam). Op verzoek van de VSG is deelgenomen aan een avond over het kwaliteitsbeleid voor sportartsen.