Inleiding
In Nederland is de tuchtrechtelijke afhandeling van vastgestelde dopingovertredingen een verantwoordelijkheid van de sportbonden. Een aantal sportbonden maakt hiervoor gebruik van ‘eigen’ tucht- en beroepscommissies, maar een groot (en groeiend) deel van de bonden maakt hiervoor gebruik van het Instituut Sportrechtspraak (ISR), dat inmiddels namens ca. 80% van de bonden rechtspreekt in dopingzaken.

De positie van de Dopingautoriteit in tuchtprocedures
De tucht- en beroepscommissies zijn in hun besluitvorming onafhankelijk van de Dopingautoriteit. Dit betekent niet dat de Dopingautoriteit niet nauw betrokken is bij de tuchtrechtspraak in dopingzaken. Immers, de Dopingautoriteit heeft de taak zorg te dragen voor een correcte tuchtrechtelijke afhandeling van dopingzaken in Nederland, in overeenstemming met de World Anti-Doping Code en de daarop gebaseerde Nederlandse dopingreglementen. De dopingreglementen van de sportbonden en het ISR hebben de verschillende taken van de Dopingautoriteit in tuchtprocedures omschreven en vastgelegd. Die taken zijn enerzijds gericht op het ondersteunen en adviseren van tuchtcolleges bij de toepassing en interpretatie van de dopingreglementering, en anderzijds op het (kunnen) corrigeren van uitspraken die in strijd zijn met die regelgeving.
De begeleidende rol komt vooral tot uiting in de inbreng van de Dopingautoriteit tijdens de tuchtrechtelijke behandeling: de Dopingautoriteit neemt kennis van het dossier, neemt schriftelijke conclusies waarin alle relevante reglementaire aspecten worden behandeld en toegelicht, en de Dopingautoriteit is aanwezig tijdens hoorzittingen en voert daar het woord.

De corrigerende rol komt vooral tot uiting in het beroepsrecht dat de Dopingautoriteit in alle dopingzaken heeft, zowel bij nationale beroepscommissies als bij het Court of Arbitration for Sport (CAS) in Lausanne. Daarnaast heeft de Dopingautoriteit het recht om zelfstandig – zonder inschakeling van een bondsbestuur – aangifte te doen bij de tuchtcommissie van een bond. In 2018 heeft de Dopingautoriteit in geen enkele zaak beroep aangetekend bij het CAS.

De Dopingautoriteit heeft in het verslagjaar in alle tuchtprocedures in eerste aanleg een schriftelijke conclusie geschreven, met in enkele gevallen nog een aanvullende conclusie als het verloop van de zaak daar aanleiding toe gaf. De Dopingautoriteit heeft alle hoorzittingen in het kader van deze procedures bijgewoond. Daar waar een sporter en/of een bond in beroep ging tegen een uitspraak, is steeds een aanvullende conclusie geschreven.

Rapportage aan WADA en Internationale Sportfederaties
De Dopingautoriteit rapporteert over de tuchtrechtelijke afhandeling van dopingzaken aan WADA, dat ook het recht heeft beroep in te stellen tegen de uitspraken in dergelijke zaken. De rapportage geschiedt door toezending van de schriftelijke uitspraak aan WADA, door het desgevraagd beantwoorden van aanvullende vragen, en door het produceren van aanvullende stukken en van vertalingen van relevante delen uit een dossier.

De Dopingautoriteit rapporteert desgevraagd eveneens aan internationale sportfederaties (IF’s), maar dit alleen als de betreffende Nederlandse sportbond hier van af ziet, dan wel hierin tekort schiet. Ook IF’s hebben het recht beroep in te stellen in Nederlandse dopingzaken, maar in 2018 is geen enkele uitspraak gedaan in een zaak waarin door een IF beroep werd ingesteld tegen een uitspraak van een Nederlands tuchtcollege.

De rapportage over tuchtrechtelijke beslissingen
Met ingang van 2013 rapporteert de Dopingautoriteit in haar jaarverslag over de tuchtrechtelijke afhandeling van dopingzaken. Daarmee rapporteert de Dopingautoriteit - zoals hierboven uiteengezet - over procedures waarbij de Dopingautoriteit weliswaar zeer nauw betrokken is, maar waarvoor de primaire verantwoordelijk elders ligt (namelijk bij de sportbonden). Het besluit om hier toch toe over te gaan, is allereerst ingegeven door de opheffing van de Auditcommissie dopingzaken, een bestuurscommis-sie van NOC*NSF, die tot 2013 periodiek rapport uitbracht over de tuchtrechtelijke afhandeling van alle Nederlandse dopingzaken.

De navolgende tabel bevat alle 12 beslissingen van Nederlandse tucht- en beroepscommissies, gedaan in dopingzaken in het jaar 2018 (waarbij de datum van de uitspraak bepalend is voor opname).

Tabel 5.1: Tuchtrechtelijke beslissingen in dopingzaken van Nederlandse tuchtcolleges

Nr.

Sport

Bevinding/stof

Jaar overtreding

Beslissing

18/3

Biljart

metaboliet van tetrahydrocannabinol (THC)

2018

Tuchtcommissie ISR: 2 jaar uitsluiting

17/5

Cricket

metaboliet van tetrahydrocannabinol (THC)

2017

Tuchtcommissie KNCB: 8 maanden uitsluiting

17/11

Honk- en/of Softbal

metaboliet van dehydrochloromethyltestosteron

2017

Commissie van beroep ISR: 4 jaar uitsluiting

18/5

Honk- en/of softbal

manipulatie

2018

Tuchtcommissie ISR: 8 jaar uitsluiting

17/19

Kickboksen

metaboliet van stanozolol, metabolieten van oxandrolon, IRMS positief

2017

Commissie van beroep ISR: 4 jaar uitsluiting

17/20

Kickboksen

prednison, prednisolon, metabolieten van oxandrolon, IRMS positief

2017

Tuchtcommissie ISR: onbevoegd om van de zaak kennis te nemen

17/21

Kickboksen

19-norandrosteron, IRMS positief

2017

Tuchtcommissie ISR: 4 jaar uitsluiting

17/13

Krachtsport

clenbuterol, metaboliet van drostanolon, metabolieten van methyltestosteron, IRMS positief

2017

Tuchtcommissie ISR: 4 jaar uitsluiting

18/6

Krachtsport

clomifeen

2017

Tuchtcommissie ISR: 4 jaar uitsluiting

17/16

Motorsport

amfetamine

2017

Commissie van beroep ISR: 4 jaar uitsluiting

-

Schaatsen

recombinant human erythropoetin (rhEPO)

2016

Commissie van beroep KNSB: 4 jaar uitsluiting

17/22

Wielrennen

(poging tot) gebrekkige medewerking

2017

Tuchtcommissie ISR: de toepasselijke periode van uitsluiting vervalt wegens afwezigheid van schuld of nalatigheid