Inleiding

Naast de uitvoering van het dopingcontroleproces kan ook het verzamelen en onderzoeken van informatie tot bewijs over dopinggebruik leiden. De Dopingautoriteit doet op basis van artikel 5 van de Wuab en artikel 20 van het Nationaal Dopingreglement onderzoek naar mogelijke dopingzaken in binnen- en buitenland.
Naast het analytische bewijs voor dopinggebruik is het verzamelen en onderzoeken van informatie het belangrijkste middel ter opsporing van bepaalde andere (belangrijke) overtredingen zoals handel en verstrekking. Dit opsporingsmiddel is nog volop in ontwikkeling (zowel in Nederland als elders) en in 2019 is er verder vormgegeven aan de basis voor dit werk door het verder ontwikkelen en implementeren van veilige informatiesystemen, uitbreiding van de technische middelen rond het meldpunt, een netwerk van partners in de antidopingwereld, alsmede de bijbehorende procedures.
In de huidige World Anti-Doping Code en de International Standard for Testing and Investigations (ISTI) wordt Intelligence & Investigations nadrukkelijk genoemd als middel om de dopingproblematiek aan te pakken. Om meer zicht te krijgen op de omvang van die problematiek en om goed onderbouwde keuzes te kunnen maken voor de aanpak en opsporing van dopingovertredingen wordt er in navolging van veel opsporingsdiensten binnen de Dopingautoriteit steeds meer informatie-gestuurd gewerkt.
Binnen de afdeling Handhaving en Opsporing van de Dopingautoriteit was het grootste deel van het jaar een Intelligence Officer werkzaam.
De werkzaamheden van deze Intelligence Officer bestonden onder andere uit het verzamelen van informatie in het kader van onderzoeken naar dopingovertredingen, het opstellen van rapportages, het afnemen van interviews en verklaringen, het verzorgen en verwerken van vertrouwelijke gegevens in een geautomatiseerd systeem en het ontwikkelen van procedures en protocollen. Nadat de Intelligence Officer elders een aanstelling aanvaardde, kwam de functie vacant.

Informatie-gestuurd werken

Door informatie-gestuurd te werken kan de Dopingautoriteit haar handhavings- en opsporingstaak effectiever uitvoeren. Hiervoor dient zorgvuldig het informatieproces - dat uit de vier stappen bestaat: verzamelen, vastleggen, veredelen en analyseren - doorlopen te worden. Een groot deel van de relevante informatie wordt verzameld bij de dopingcontroles. Informatie zoals waarnemingen en bevindingen van DCO’s en andere medewerkers van de Dopingautoriteit worden vastgelegd in beveiligde systemen.
Deze gegevens worden veredeld en geïnterpreteerd. Vervolgens wordt de informatie gecombineerd met andere bestaande informatie en (wetenschappelijke) gegevens. De inzichten die hierbij ontstaan worden door de afdeling Handhaving & Opsporing gebruikt ten behoeve van:

  • de planning van dopingcontroles binnen en buiten wedstrijdverband;
  • lopende tuchtprocedures;
  • meldingen;
  • eigen waarnemingen en de aanvullingen op bestaande dossiers, niet zijnde tuchtprocedures.

Resultaten 2019

Ten behoeve van diverse tuchtprocedures uit 2019 werd informatie verzameld, geanalyseerd en veredeld. Die informatie werd ingebracht in het tweewekelijks case management-overleg en waar nodig ingebracht in de tuchtprocedure.
De nadruk van de informatievergaring in het kader van de planning van dopingcontroles heeft in 2019 onder meer gelegen op:

  • wedstrijden en trainingsplanningen van sporters die zijn opgenomen in de Registered Testing Pool van de Dopingautoriteit, met als doel het smart en efficiënt testen (het juiste controlemoment in de voorbereiding voor een evenement of kwalificatie);
  • het vooraf beoordelen van deelnemerslijsten van sportwedstrijden/evenementen en het gericht inzetten van targetcontroles (is er ten aanzien van een deelnemende sporter of groep van sporters bij de Dopingautoriteit informatie bekend over mogelijk dopinggebruik);
  • het vastleggen van passief verkregen informatie aangaande whereabouts-plichtige sporters teneinde zicht te krijgen op onjuist en/of onvolledig aangeleverde whereabouts;
  • Het vergaren van OSINT-informatie[1] aangaande sporters, begeleiders en potentiële leveranciers van dopinggeduide middelen.

De vergaarde relevante informatie werd gedeeld met medewerkers die bij de dopingcontroleplanning betrokken zijn. Tevens vond er een (door)ontwikkelen van systemen en werkwijzen plaats waarbij meer de nadruk op individuele monitoring en planning van controles bij specifieke sporters is komen te liggen waarbij specifieke aspecten voortgebracht door I&I zwaarder gewogen is.

Ontvangen meldingen

Bezoekers van de website www.dopingautoriteit.nl kunnen via een zogenaamde hyperlink meldingen doen. Ook kunnen zij via de link informatie verkrijgen over de manier waarop en waarover er melding gedaan kan worden. Melders kunnen een webformulier invullen en desgewenst volledig anoniem melden. Er zijn vergaande technische voorzieningen getroffen waardoor de anonimiteit maximaal gewaarborgd is. In 2019 zijn de mogelijkheden om meldingen te kunnen doen verder uitgebreid met behulp van onder meer sociale media tools zoals WhatsApp.

In 2019 werd er bij de Dopingautoriteit 25 maal melding gedaan door externen over mogelijke dopingovertredingen. Het aantal meldingen is ten opzichte van 2018 gedaald[2] en daarmee op het niveau van 2017 terecht gekomen. De inhoud van de meldingen is sterk in kwaliteit gestegen ten opzichte van 2018.
De meldingen betroffen 11 verschillende sporten[3], en waren afkomstig van verschillende bronnen: (mede)sporter, sportbond, Centrum Veilige Sport Nederland, Meldpunt doping en buitenlandse NADO’s. De meldingen kwamen mondeling, telefonisch, per post, per WhatsApp en per e-mail bij ons binnen. In 13 gevallen betrof het vermoedens van dopinggebruik[4], in drie gevallen het vermoeden van het faciliteren van dopinggebruik[5], in twee gevallen het vermoeden van handel in doping[6] en in drie gevallen betrof het een melding betreffende gedrag dat geen dopingovertreding vormt[7] (zoals het gebruik van drugs buiten wedstrijdverband zonder de intentie de sportprestatie te verbeteren of “mechanische doping”). Er waren daarnaast vier gevallen die niet in bovenstaande categorieën vallen. Dit gaat bijvoorbeeld om meldingen over websites die illegale medicijnen verkopen of meldingen naar aanleiding van mediaberichten. Naast voornoemde externe meldingen heeft de Dopingautoriteit eveneens zes meldingen via interne bronnen ontvangen. Dit betreffen meldingen die via collega’s tot de Intelligence Officer zijn gekomen.
Alle meldingen werden door de Intelligence Officer onderzocht en de resultaten van dergelijke onderzoeken werden besproken in het “zaken in onderzoek” overleg binnen de afdeling Handhaving & Opsporing. Op basis van dit overleg werd – voor zover relevant - per geval een teststrategie uitgestippeld, en werden accenten gelegd omtrent verdere informatie vergaring.

Samenwerking met overheidsdiensten en collega-antidoping organisaties

De door de Dopingautoriteit verstrekte I&I-informatie wordt voorzien van een internationaal gebruikte classificatie waarbij een oordeel wordt geveld over de betrouwbaarheid van de informatie en de betrouwbaarheid van de bron van de informatie. In 2019 is informatie verstrekt aan de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), en aan de collega-anti-dopingorganisaties UK Anti-Doping (UKAD), NADO Vlaanderen, NADA Germany en de UCI/CADF.

Anders dan bij het dopingcontroleproces is de Dopingautoriteit bij de uitvoering van een deel van de wettelijke taak zoals vermeld in artikel 5 van de Wuab afhankelijk van de medewerking van andere organisaties dan sportorganisaties, in het bijzonder van die van opsporings- en handhavingsorganisaties van de overheid. Het ontwikkelen en uitbouwen van een goede samenwerking met deze organisaties is dan ook van groot belang.[8] Met het vormgeven van een beoogde samenwerking met ketenpartners als de IGJ, de NVWA, Politie, FIOD, Douane en OM is in 2019 gestart door het afsluiten van samenwerkingsprotocollen. Daarnaast werd de Dopingautoriteit opgenomen in een reeds bestaand convenant tussen VWS en de NVWA. Hiermee zijn bepaalde formele belemmeringen weggenomen, maar is tegelijkertijd vastgesteld dat veel vormen van samenwerking die zouden kunnen bijdragen aan een effectievere vervulling van deze wettelijke taak juridisch moeilijk liggen, en daarom door de (beoogde) partners op formele gronden worden afgewezen. Met de Douane is op basis van het protocol een uitstekende samenwerking en een gedegen informatiestroom op gang gebracht. Daarnaast is er een aanvang gemaakt met kennisuitwisseling met de NVWA. (Verrijkte) kennis en informatie is in 2019 door de Dopingautoriteit gedeeld met ketenpartners om zodoende bij te dragen aan de expertise binnen (landelijke) onderzoeken gelieerd aan dopinggeduide middelen (geïnitieerd door ketenpartners), met als voornaamste doel dopingnetwerken inzichtelijk te kunnen maken en op te sporen. De Dopingautoriteit is nadrukkelijk blijven streven naar een steeds nauwere samenwerking met opsporings- en handhavingsinstanties.

  1. Open Source Intelligence
  2. 2018: aantal meldingen: 47
  3. 2018: aantal sporten: 12
  4. 2018: aantal: 23
  5. 2018: aantal: 4
  6. 2018: aantal: 6
  7. 2018: aantal: 1
  8. De Dopingautoriteit kan zonder medewerking van andere organisaties alleen informatie verzamelen en verwerken die afkomstig is uit open bronnen, of die via meldingen onder de aandacht van de Dopingautoriteit gebracht wordt.