De wetenschappelijk activiteiten van de Dopingautoriteit bestaan uit de volgende taken:

  • een continue inventarisatie van de wetenschappelijke literatuur op dopinggerelateerde relevantie;
  • het uitvoeren en initiëren van onderzoek als dat ten dienste staat van het (inter)nationale anti-dopingbeleid; en
  • de verspreiding van wetenschappelijke dopingkennis zowel binnen als buiten de organisatie.

Van oudsher valt het project ‘voedingssupplementen en doping’ ook onder de wetenschappelijke activiteiten.

Inventarisatie wetenschappelijke literatuur

Om op de hoogte te blijven van de meest recente ontwikkelingen houdt de Dopingautoriteit nieuwe publicaties van dopinggerelateerde wetenschappelijke literatuur nauwgezet bij en slaat de relevante artikelen op in haar archief. Dit archief is in 2015 aangevuld met iets meer dan 100 relevante artikelen. Alle artikelen zijn digitaal beschikbaar en de belangrijkste artikelen worden geplaatst op de website www.doping.nl.

De informatie uit de beschikbare literatuur wordt actief verspreid en dient als basis voor de interne advisering aan de afdelingen Handhaving & Opsporing en Preventie, aan de juridisch medewerker (in het kader van specifieke dopingzaken) en aan de directeur (onder andere voor zijn perscontacten). Deze informatie wordt tevens gebruikt om specifieke wetenschappelijke vragen te beantwoorden van externen, zoals artsen, juristen, journalisten, studenten en andere belangstellenden.

Onderzoek

Effectiviteit anti-dopingbeleid

In december 2010 is begonnen met een promotietraject met de titel ‘Effectiviteit van (anti-)dopingbeleid’. Het onderzoek richt zich op een multidisciplinaire aanpak van deze brede onderzoeksvraag, waarbij met name gekeken zal worden naar de gebieden preventie, opsporing en bestraffing, en hoe deze met elkaar verweven zijn binnen de huidige anti-dopingaanpak in internationaal verband en in Nederland. Als promotor fungeert Prof. Dr. Maarten van Bottenburg, hoogleraar sportontwikkeling aan de Universiteit Utrecht. Het belangrijkste artikel voor dit proefschrift, over het daadwerkelijk meten van de prevalentie van dopinggebruik onder topsporters, is in 2015 verschenen in het tijdschrift Sports Medicine. Dit heeft veel aandacht getrokken, tot aan de correspondentie-pagina’s van het toonaangevende tijdschrift ‘Nature’ aan toe. De promotie zelf zal naar verwachting in 2016 plaatsvinden.

Anabolenpolikliniek

Endocrinoloog Pim de Ronde heeft in het Spaarne Gasthuis in Haarlem (het vroegere Kennemer Gasthuis) een polikliniek opgezet die gericht is op mensen die gezondheidsproblemen ervaren als gevolg van het gebruik van anabole steroïden. De polikliniek is één dagdeel per week geopend. De Dopingautoriteit fungeert als adviseur. In 2015 is begonnen aan een langgekoesterde wens: een longitudinaal onderzoek waarbij 100 gebruikers van (onder andere) anabole steroïden zullen worden gevolgd tijdens en na hun anabolenkuur. Het onderzoek, bekend onder de naam HAARLEM-studie (health risks of anabolic androgen steroid use by male amateur athletes), wordt voornamelijk gefinancierd vanuit particuliere bronnen afkomstig uit het Spaarne Gasthuis en zal naar verwachting een jaar duren.

Topsportenquête

De Dopingautoriteit peilt sinds 1993 periodiek de meningen van de Nederlandse topsporters over het dopingbeleid. Op basis van een subsidie van het ministerie van VWS is er in 2015 een nieuwe enquête gehouden. De traditionele beleidsevaluatie is deze keer uitgebreid met enkele vragen die een schatting van de prevalentie van dopinggebruik mogelijk hebben gemaakt waarbij gebruik is gemaakt van de zogenoemde Randomised Respons Techniek die extra anonimiteit waarborgt en daarmee naar verwachting zeer betrouwbare resultaten oplevert. Er is een schatting uitgekomen van 4,2% bewuste dopinggebruikers binnen de Nederlandse topsport. Dit heeft veel persaandacht opgeleverd en de resultaten zijn speciaal toegelicht op de Nationale Dopingtop in april, in een specifieke sessie aan de prestatiemanagers van NOC*NSF en op de jaarlijkse persbijeenkomst. Het onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met TNS NIPO en de Universiteit Utrecht (Departement Maatschappijwetenschappen).

Twee supplementenonderzoeken

Op basis van extra VWS-gelden zijn er twee onderzoeken uitgevoerd naar de dopingrisico’s van supplementen. Het eerste richtte zich op het NZVT, dat inmiddels meer dan 12 jaar bestaat (zie elders in dit jaarverslag). Er is een evaluatie uitgevoerd gericht op de beschikbaarheid van de op doping geteste supplementen en op de analytische achtergronden. Dit heeft geleid tot een intern rapport en enkele specifieke aanbevelingen om het NZVT sterker te maken richting de toekomst.

Een tweede onderzoek richtte zich op de meer risicovolle kanten van de supplementenmarkt. Er zijn 66 hoog-risico supplementen geselecteerd (gericht op hormoonregulatie, spierversterking, gewichtsverlies/vetverbranding, of het verkrijgen van meer energie) en geanalyseerd. De producten werden aangeschaft via Nederlandse webshops. Hiervan testte er 25 (38%) ‘positief’ op dopingstoffen, zonder dat deze stoffen gedeclareerd stonden op het etiket. Dit vormt een reëel dopingrisico voor topsporters, wat nogmaals onderschrijft dat sporters die in aanmerking komen voor dopingcontroles uiterst zorgvuldig moeten omgaan met hun (eventuele) supplementengebruik. Van drie producten waren de gevonden concentraties zo hoog dat deze door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit onmiddellijk zijn teruggeroepen van de markt. De bevindingen van dit onderzoek zullen gebruikt worden in onze voorlichtingsactiviteiten, zowel die gericht op topsporters als die gericht op fitnessers.

Overig

Met zeven andere (wetenschappelijke) medewerkers, werkzaam bij de nationale anti-dopingorganisaties van Zwitserland, Noorwegen, Denemarken, Groot-Brittannië, Duitsland, de Verenigde Staten, en Nieuw-Zeeland, bestaat er een werkgroep om ervaringen uit te wisselen. Periodiek vindt er een (telefonische) vergadering plaats over lopende onderzoeken en specifieke wetenschappelijke dopingkwesties. In 2014 zijn er vijf vergaderingen gehouden. Het voorzitterschap rouleert per vergadering.

De Dopingautoriteit is benaderd om als adviseur op te treden bij het sub2hrs project. Dit is een wetenschappelijk project waarbij marathonlopers begeleid gaan worden in de jacht op een wereldrecord onder de twee uur (zie www.sub2hrs.com). De voornaamste stuwkracht achter dit project is de Grieks/Britse onderzoeker Yannis Pitsiladis. Een grove opzet van het dopingcontroleprogramma waar de deelnemende sporters aan zouden moeten voldoen, op basis van de adviezen van de Dopingautoriteit, is door hem gepresenteerd op medisch-wetenschappelijke congressen in Antwerpen (België) en Doha (Qatar).

Samen met vertegenwoordigers van de VSG, NOC*NSF en de KNWU is geparticipeerd in de begeleidingscommissie om nieuwe richtlijnen voor artsen met betrekking tot sportmedisch handelen op te stellen, inclusief dopinggerelateerde vraagstukken. De volledig herziene richtlijnen zijn in november door de VSG-leden goedgekeurd.

Bij een tweetal bijeenkomsten, belegd door de directie Geneesmiddelen en Medische Technologie van het ministerie van VWS, is geparticipeerd in discussies over vervalste medische producten. Ook is in enkele aparte vergaderingen verder gesproken over de wens om tot een meldpunt te komen voor gezondheidsschade als gevolg van het gebruik van vervalste geneesmiddelen. In deze categorie zijn de dopingproducten altijd prominent aanwezig en een dusdanig meldpunt zou aansluiten op de aanbevelingen van het rapport van de Gezondheidsraad over doping uit 2010.

In verschillende samenstellingen is er gesproken over de mogelijkheden om achtergrondgegevens te verzamelen van dopinggebruikers in bestaande vragenlijsten. In 2015 zijn de dopinggerelateerde vragen vastgesteld die vanaf 2017 mee zullen lopen in een verdiepingsmodule van de ‘leefstijlmonitor’, een landelijke enquête. Het belang hiervan is ook naar voren gekomen bij de door het RIVM en het Sociaal Cultureel Planbureau belegde bijeenkomsten over de Sport Toekomst Verkenningen. In dit traject spelen ook het ministerie van VWS, NOC*NSF, het Centraal Bureau voor de Statistiek en het Trimbosinstituut een belangrijke rol.

Er is in totaal negenmaal opgetreden als referent voor zogenoemde peer-reviewed wetenschappelijke tijdschriften bij dopinggerelateerde artikelen: tweemaal voor het British Journal of Sports Medicine, tweemaal voor Drug Testing and Analysis, tweemaal voor Substance Abuse Treatment Prevention and Policy, tweemaal voor het Journal of Sports Sciences en eenmaal voor het Journal of Sports Medicine & Doping Studies.

Hiernaast zijn enkele studenten begeleid en beoordeeld die als onderdeel van hun studie een dopingonderwerp nader hebben uitgediept. Het gaat hierbij met name om gezondheidsgerelateerde en forensische opleidingen.

Internationale congressen

De Dopingautoriteit heeft vijf wetenschappelijke congressen bezocht: Exercise metabolism (juli, in Amsterdam), Evaluating the unintended effects of anti-doping (augustus, in Aarhus, Denemarken), het Athlete Biological Passport (ABP) Seminar (september, Kopenhagen), het 14e USADA Symposium on Anti-Doping Science - Designing an Effective Deterrence Program (oktober, in Leesburg, Amerika) en het Sportmedisch Wetenschappelijk Jaarcongres van de Vereniging voor Sportgeneeskunde (november, Eindhoven). Deze combinatie van congressen illustreert hoe divers het wetenschappelijk werk van de Dopingautoriteit is.

NZVT

Er werden in 2015 in totaal 198 certificaten afgegeven (350 product-batch combinaties). Dit betekende een nieuw record, wat een signaal is dat het Nederlands Zekerheidssysteem Voedingssupplementen Topsport (NZVT) nog steeds in een belangrijke markt voorziet voor sporters en hun begeleiders. Tegelijkertijd zijn er dit jaar twee batches afgekeurd omdat er dopinggeduide stoffen in werden aangetroffen, wat een sterk signaal is dat het NZVT nog steeds nodig is. Het NZVT is opgezet in 2003 en getuige de aantallen positieve dopingcontroles die nog steeds aan zogenoemde ‘vervuilde’ voedingssupplementen kunnen worden gewijd, is een dergelijk testsysteem onverminderd noodzakelijk. In totaal stonden er op 31 december 2015 645 product-batchcombinaties op de NZVT-website (antidoping.nl/nzvt), verdeeld over 230 producten, 37 merken en 17 inhoudelijke categorieën.

De Dopingautoriteit fungeert tevens als adviseur bij een vergelijkbaar initiatief van het Britse bedrijf HFL (zie www.informed-sport.com). Beide systemen erkennen elkaar als ‘sportersvriendelijke’ testsystemen die de hoogst mogelijke zekerheid geven voor een dopingvrij voedingssupplement.