De controlepraktijk

Algemeen

Vanaf 1 januari 2015 maakt het proces Intelligence & Investigations deel uit van de taken van de afdeling Handhaving en Opsporing. De samenvoeging van de processen Controle en Intelligence & Investigations beoogde een verbeterde samenwerking, een verbeterde informatie-uitwisseling en derhalve een meer slagvaardiger taakuitvoering. Tweewekelijks vindt er een Zaken in Onderzoek overleg (ZIO) plaats tussen het Hoofd van de afdeling, de accountmanager/teamleider dopingcontroleurs en de intelligence-officer. In dit overleg worden onder andere de voortgang en actualiteit in bestaande onderzoeken besproken. Tevens worden er concrete afspraken gemaakt over de te volgen onderzoeksstrategieën.

In 2015 is verder invulling gegeven aan het antidopingbeleid van NOC*NSF zoals dat in 2007 in nauwe samenwerking met de Dopingautoriteit tot stand werd gebracht. Bij de dopingcontroles ligt het accent op de absolute top van de Nederlandse sport. Daarnaast heeft de Dopingautoriteit gerichte controles in kunnen zetten op specifieke individuen en/of groepen met incidentele dopingcontroles op competitieniveau direct onder de absolute top. Het aantal vervolgonderzoeken en specifieke, aanvullende analyses nam wederom verder toe. Veel aandacht is eveneens besteed aan de zogeheten “whereabouts”. Een deel van de topsporters dient, indien zij behoren tot de Nationale of Internationale Testing Pool, een deel van de dagelijkse activiteiten kenbaar te maken aan de Dopingautoriteit of de Internationale Federatie. In 2015 overleed onze collega Jan Kroes, en heeft de Dopingautoriteit afscheid genomen van drie andere Doping Controle Officials (DCO’s). Waarmee het aantal inzetbare dopingcontrole-officials eind 2015 gedaald was tot 14 controleurs. Ondanks de verdere reductie in DCO capaciteit is het gelukt de doelstelling ten behoeve van het nationale doping controle programma te realiseren.

Nationale Testing Pool (NTP)

Voortvloeiend uit de uitwerking van de herziene World Anti-Doping Code (WADC) 2015 en de daarmee verbonden Internationale Standaarden heeft de Dopingautoriteit haar Nationale Testing Pool (NTP) ingericht. Sporters die zijn opgenomen in de Nationale Testing Pool dienen aan een aantal verplichtingen te voldoen. Zo dienen zij voor het gebruik van eventuele medicijnen vooraf een dispensatie bij de Geneesmiddelen Dispensatiecommissie Sporter Commissie (GDS-commissie) aan te vragen. Tevens dienen zij het hele jaar door hun whereabouts informatie op te geven en een door de Dopingautoriteit georganiseerde voorlichting bij te wonen.
In 2015 waren er 14 sportbonden met sporters in de NTP. Dit aantal is gestegen ten opzichte van 2014. Het aantal sporters in de NTP is ten opzichte van 2014 juist licht gedaald: 331 sporters aan het begin van het jaar 2015, versus 342 sporters bij aanvang 2014. Ook in 2015 dienden sporters slechts bij één instantie whereabouts op te geven, hetzij bij de internationale federatie, hetzij bij de Dopingautoriteit. De Dopingautoriteit heeft leesbevoegdheden gekregen met betrekking tot whereabouts informatie van Nederlandse sporters in het mondiale whereabouts systeem ADAMS. Hierdoor is het mogelijk dat de Dopingautoriteit whereabouts informatie van Nederlandse sporters in kan zien waardoor de actualiteit van de voor de Dopingautoriteit beschikbare informatie beter gewaarborgd is.

De Dopingautoriteit heeft in 2015 - evenals voorgaande jaren – ook veelvuldig gebruik gemaakt van de informatie afkomstig van externe bronnen, zoals websites van nationale en internationale federaties, Twitter en Facebook. De door de Dopingautoriteit ontwikkelde whereabouts website (en bijbehorende whereabouts App voor op de smartphone) verschafte zowel algemene als meer gedetailleerde informatie over sporters, teams en trainingslocaties.

Uitgevoerde controles – algemeen

De Dopingautoriteit voerde in 2015 voor de Nederlandse sport twee soorten dopingcontroles uit, namelijk: controles in het kader van het nationaal programma en daarnaast dopingcontroles in opdracht en voor rekening van derden, waaronder nationale en internationale federaties, evenementorganisatoren en buitenlandse Nationale Anti-Doping Organisaties. Ook dopingcontroles na het behalen van officiële records, targetcontroles bij specifieke verdenkingen, en verschillende soorten vervolgonderzoeken vielen onder de verantwoordelijkheid van de Dopingautoriteit. Niet alleen Nederlandse sporters werden in Nederland gecontroleerd, maar, eventueel in opdracht van andere NADO’s, ook niet-Nederlandse sporters.

Het nationaal programma – de principes

Evenals voorgaande jaren hebben VWS en NOC*NSF voor 2015 een geldbedrag beschikbaar gesteld waaruit de kosten van de uitvoering van het nationaal controleprogramma ten behoeve van de Nederlandse sportbonden voldaan kunnen worden. Ten gevolge van stijgende kosten van de uitvoering van dopingcontroles neemt het aantal dopingcontroles sinds een aantal jaren af. Het beschikbare budget maakte in 2015 een nationaal programma van iets meer dan 1.700 dopingcontroles mogelijk. Hiervan waren ca. 500 controles gereserveerd voor de uitvoering van zogenaamde targetcontroles, noodzakelijk vervolgonderzoek en voor dopingcontroles na het behalen van records en officiële limieten. De Dopingautoriteit heeft de overige 1.200 controles verdeeld over de sportbonden. Aan deze verdeling ligt een mathematisch verdeelmodel ten grondslag, mede gebaseerd op internationale richtlijnen waarin onder meer de sport specifieke fysiologische eigenschappen en de internationale en nationale dopingincidentie-statistieken zijn meegenomen.

Het nationaal programma – de uitvoering

In 2015 zijn in totaal 1.737 dopingcontroles als onderdeel van het nationaal controle programma uitgevoerd. In veruit de meeste gevallen (1.663 maal) betrof het een urinecontrole. In 2015 zijn daarnaast ook 75 bloedcontroles uitgevoerd, onder meer in het kader van een eerder gestarte “Atleet Biologisch Paspoort” project (zie ook de betreffende paragraaf verderop in dit verslag). De 1.737 dopingcontroles in het kader van het nationaal controleprogramma vonden plaats bij 30 Olympische sportbonden en 18 niet-Olympische sportbonden, in de verhouding 89:11. Bij een aantal niet-Olympische en niet-dopinggevoelige sporten zijn geen dopingcontroles uitgevoerd. Een voorbeeld hiervan zijn de denksporten.

Top 5 aantal dopingcontroles Nationaal controleprogramma

  1. Wielrennen
  2. Schaatsen
  3. Atletiek
  4. Zwemmen
  5. Roeien

Het percentage dopingcontroles (bloed en urine) buiten wedstrijdverband in het kader van het nationaal programma was 46,8%. Ten opzichte van 2014 is het percentage dopingcontroles buiten wedstrijdverband nagenoeg gelijk gebleven (in 2014 was dit 46,5%).
Van het totaal van 1.737 dopingcontroles (bloed en urine) voor de sport in Nederland werden er 1.001 controles bij mannen uitgevoerd (57,7%) en 736 bij vrouwen (42,3%). Het percentage gecontroleerde vrouwen is licht gestegen ten opzichte van 2014, wat een weerspiegeling is van het gegroeide aandeel dat vrouwen aan de Nederlandse topsportprestaties leveren.

Dopingcontroles, uitgevoerd voor derden

De Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond (KNLTB), de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) en de Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie (KNWU) hebben buiten het nationale programma een additioneel dopingcontroleprogramma gefinancierd ten behoeve van de Nederlandse competitie.
Verschillende Nederlandse bonden en sportorganisaties hebben additionele controles ingekocht bij de Dopingautoriteit ten behoeve van internationale evenementen in Nederland. Op basis van opdrachten van derden zijn in totaal 679 dopingcontroles uitgevoerd. Een daling van circa 6% ten opzichte van 2014.
De extra dopingcontroles waartoe Nederlandse en buitenlandse bonden en organisatoren opdracht gaven, waren voor het merendeel controles binnen wedstrijdverband (96,5%). Bij deze dopingcontroles werden 440 mannen en 238 vrouwen gecontroleerd.

Dopingcontroles - totaal

De controles, uitgevoerd als onderdeel van het Nationaal controleprogramma en de controles die in opdracht van derden werden uitgevoerd, vormen samen het totale dopingcontroleprogramma zoals uitgevoerd in 2015. In totaal zijn 2.416 dopingcontroles uitgevoerd.

Tabel 1 Globaal overzicht uitgevoerde dopingcontroles in 2015.
Dopingcontroles uitgevoerd door de Dopingautoriteit Urine Bloed Totaal
Dopingcontroles uitgevoerd voor de Nederlandse sport (Nationaal Programma) 1.662 75 1.737
Urinecontroles uitgevoerd voor buitenlandse sportorganisaties en overige 670 9 679
Totaal uitgevoerd door de Dopingautoriteit 2.332 84 2.416
Aantal dopingcontroles 2015 2014
Nationaal programma 1.737 1.764
In opdracht van derden 679 719
Totaal 2.416 2.483

Top 5 totaal aantal dopingcontroles

  1. Wielrennen
  2. Schaatsen
  3. Atletiek
  4. Voetbal
  5. Zwemmen

Het totale aantal van 2.416 dopingcontroles voor de Nederlandse sport en sportorganisaties is een lichte daling ten opzichte van 2014, toen er 2.483 dopingcontroles werden uitgevoerd.

Tabel 2 Overzicht van het aantal uitgevoerde dopingcontroles in 2015
Sport Nationaal Programma Uitgevoerd voor derden Totaal uitgevoerd
Urine Bloed Totaal Urine Bloed Totaal Urine Bloed Totaal
Atletiek 167 12 179 46 1 47 213 13 226
Autosport 4 0 4 3 0 3 7 0 7
Badminton 8 0 8 6 0 6 14 0 14
Basketbal 28 0 28 0 0 0 28 0 28
Biljart 10 0 10 0 0 0 10 0 10
Bobsleeen 4 0 4 0 0 0 4 0 4
Boksen 18 0 18 0 0 0 18 0 18
Bowling 6 0 6 0 0 0 6 0 6
Cricket 15 0 15 0 0 0 15 0 15
Curling 5 0 5 0 0 0 5 0 5
Dammen 0 0 0 10 0 10 10 0 10
Dansen 12 0 12 0 0 0 12 0 12
Darts 8 0 8 0 0 0 8 0 8
Floorball en unihockey 5 0 5 0 0 0 5 0 5
Gehandicaptensport 7 0 7 0 0 0 7 0 7
Golf 9 0 9 0 0 0 9 0 9
Gymnastiek 42 0 42 0 0 0 42 0 42
Handbal 11 0 11 0 0 0 11 0 11
Handboogschieten 12 0 12 3 0 3 15 0 15
Hippische sport 17 0 17 0 0 0 17 0 17
Hockey 21 0 21 0 0 0 21 0 21
Honk- en softbal 19 0 19 2 0 2 21 0 21
Ijshockey 30 0 30 12 0 12 42 0 42
Judo 52 2 54 4 0 4 56 2 58
Karate-do 9 0 9 0 0 0 9 0 9
Klim- en bergsport 12 0 12 0 0 0 12 0 12
Korfbal 17 0 17 0 0 0 17 0 17
Krachtsport 60 0 60 0 0 0 60 0 60
Motorsport 22 0 22 0 0 0 22 0 22
Onderwatersport 6 0 6 0 0 0 6 0 6
Oosterse gevechtskunsten 7 0 7 1 0 1 8 0 8
Redden van drenkelingen 11 0 11 2 0 2 13 0 13
Roeien 124 0 124 2 0 2 126 0 126
Rugby 46 0 46 0 0 0 46 0 46
Schaatsen 175 17 192 129 8 137 304 25 329
Schermen 6 0 6 1 0 1 7 0 7
Schieten 9 0 9 33 0 33 42 0 42
Skien 11 0 11 4 0 4 15 0 15
Sportvissen 0 0 0 2 0 2 2 0 2
Squash 10 0 10 6 0 6 16 0 16
Taekwondo 15 0 15 1 0 1 16 0 16
Tafeltennis 8 0 8 0 0 0 8 0 8
Tennis 14 0 14 4 0 4 18 0 18
Triathlon 44 7 51 6 0 6 50 7 57
Voetbal 108 0 108 98 0 98 206 0 206
Volleybal 26 0 26 54 0 54 80 0 80
Waterskien 6 0 6 5 0 5 11 0 11
Watersport 16 0 16 0 0 0 16 0 16
Wielrennen 260 32 292 226 0 226 486 32 518
Zwemmen 131 5 136 9 0 9 140 5 145
Tabel 3 Aantal in- en out-of-competition dopingcontroles uitgevoerd in 2015
Sport In competition Out of competition
Urine Bloed Totaal Urine Bloed Totaal
Atletiek 135 0 135 78 13 91
Autosport 7 0 7 0 0 0
Badminton 12 0 12 2 0 2
Basketbal 24 0 24 4 0 4
Biljart 10 0 10 0 0 0
Bobsleeen 0 0 0 4 0 4
Boksen 11 0 11 7 0 7
Bowling 6 0 6 0 0 0
Cricket 8 0 8 7 0 7
Curling 0 0 0 5 0 5
Dammen 5 0 5 5 0 5
Dansen 12 0 12 0 0 0
Darts 8 0 8 0 0 0
Floorball en unihockey 0 0 0 5 0 5
Gehandicaptensport 0 0 0 7 0 7
Golf 8 0 8 1 0 1
Gymnastiek 14 0 14 28   28
Handbal 8 0 8 3 0 3
Handboogschieten 15 0 15 0 0 0
Hippische sport 14 0 14 3 0 3
Hockey 16 0 16 5 0 5
Honk- en softbal 12 0 12 9 0 9
Ijshockey 20 0 20 22 0 22
Judo 24 0 24 32 2 34
Karate-do 6 0 6 3 0 3
Klim- en bergsport 12 0 12 0 0 0
Korfbal 8 0 8 9 0 9
Krachtsport 54 0 54 6 0 6
Motorsport 12 0 12 10 0 10
Onderwatersport 6 0 6 0 0 0
Oosterse gevechtskunsten 0 0 0 8 0 8
Redden van drenkelingen 8 0 8 5 0 5
Roeien 35 0 35 91 0 91
Rugby 24 0 24 22 0 22
Schaatsen 219 2 221 85 23 108
Schermen 7 0 7 0 0 0
Schieten 42 0 42 0 0 0
Skien 12 0 12 3 0 3
Sportvissen 2 0 2 0 0 0
Squash 16 0 16 0 0 0
Taekwondo 14 0 14 2 0 2
Tafeltennis 6 0 6 2 0 2
Tennis 14 0 14 4 0 4
Triathlon 30 0 30 20 7 27
Voetbal 130 0 130 76 0 76
Volleybal 66 0 66 14 0 14
Waterskien 11 0 11 0 0 0
Watersport 8 0 8 8 0 8
Wielrennen 394 0 394 92 32 124
Zwemmen 72 0 72 68 5 73

Dopingcontroles die geen doorgang konden vinden

In 2015 heeft in 166 gevallen een dopingcontrole geen doorgang kunnen vinden waarbij: 

  1. opgegeven sport(st)ers/selecties afwezig zijn op evenementen, wedstrijden en centrale trainingen.
  2. een dopingcontroleofficial een (centrale) training of wedstrijd aandoet en deze training of wedstrijd blijkt te zijn afgelast of verplaatst zonder dat de Dopingautoriteit hierover vooraf was geïnformeerd.
  3. een dopingcontrole-official (DCO) een opgegeven adres aandoet en de sport(st)er gedurende de uitgezette controleperiode afwezig is, dan wel dat deze niet (meer) op het adres woont (bij dopingcontroles zonder whereabouts informatie).

Het betrof zowel out-of-competition controles als in-competition controles. Als een dopingcontrole geen doorgang kan vinden, wordt zo spoedig mogelijk daarna opnieuw een poging ondernomen de betreffende sporter alsnog te controleren danwel een evenement van vergelijkbare orde in te plannen.

Tevens zijn in 2015 in totaal 20 definitieve whereabouts-fouten geregistreerd en zijn er op het moment van het opstellen van dit jaarverslag nog een viertal whereabouts-fouten in procedure. Whereabouts-fouten kunnen bestaan uit Missed tests (niet aanwezig zijn van de sporter op de opgegeven locatie binnen het one hour time slot) en Filing failures (het niet voldoen aan het tijdig en correct opgeven van verblijfsgegevens).
Het aantal whereabouts-fouten is in 2015 verder gedaald ten opzichte van 2014 (toen betrof het 34 gevallen). In 2015 zijn er geen sporters geweest waarbij een tweede of derde whereabouts-fout in een periode van 12 maanden (voorheen betrof deze periode 18 maanden) is opgelegd.

De top van het totaal aantal Whereabouts-fouten deed zich voor bij leden van de Wielrenunie, Atletiekunie, Roeibond en Zwembond, waarbij opgemerkt dient te worden dat bonden met een groot aantal sporters in de Nationale Testing Pool ook een grotere kans hebben op sporters die niet aan de whereabouts verplichtingen voldoen. In 2015 was de Wielrenunie de bond met de meeste whereabouts-fouten versus de Atletiekunie en de Zwembond in 2014. 

Sportspecifieke analyses

Met de invoering van de herziene Wereld Anti-Doping Code (WADC) per 1 januari 2015 heeft WADA eveneens een nieuw “Technical Document” geïntroduceerd; het Technical Document for Sport Specific Analysis (TD2014SSA). De TD2014SSA bevat als onderdeel van de International Standard for Testing and Investigations dwingende bepalingen die door Nationale Anti-Doping Organisaties, waaronder de Dopingautoriteit, uitgevoerd dienen te worden. 

Op basis van een risico-analyse is in de TD2014SSA voor alle sportdisciplines een specifieke verdeling gemaakt voor de benodigde hoeveelheid aan aanvullende laboratoriumanalyses met betrekking tot erytropoёtine-achtige stoffen en groeihormonen. Dit is uitgedrukt in een percentage van het aantal uitgevoerd dopingcontroles binnen een sportdiscipline waarbij de specifieke aanvullende analyses uitgevoerd dienen te worden (boven op het standaard analysepakket).

In 2015 zijn in 34% van de 1.737 controles de verzamelde urine- en/of bloedmonsters ten behoeve van het nationale programma ook op Erythropoiesis Stimulating Agents (ESA’s) geanalyseerd. Dit is daling ten opzichte van het jaar 2014 (41%). De ESA-analyses gebeurden in verschillende sporttakken waarbij de top gevormd werd door het wielrennen, schaatsen, atletiek en het zwemmen.

In 18% van de 1.737 controles zijn de verzamelde urine- en/of bloedmonsters op de aanwezigheid van humaan groeihormoon (GH) of Growth Hormone Releasing Factors (GHRF’s) geanalyseerd. Dit gebeurde in verschillende sporttakken waarbij (in absolute aantallen) de top gevormd werd door het voetbal, wielrennen, atletiek en het schaatsen.

 Verder werden (eveneens als in 2014) verschillende monsters aanvullend op insuline geanalyseerd.

 In 2015 is een deel van de urinemonsters voor langere tijd in bewaring genomen teneinde op enig moment een heranalyse uit te kunnen voeren.

Onaangekondigde dopingcontroles

Het totale percentage dopingcontroles buiten wedstrijdverband (‘out-of-competition’) isin verhouding tot 2014 gelijk gebleven en kwam uit op 35% (dit relatief lage percentage heeft als oorzaak het grote aantal in-competition controles in opdracht van derden). Nagenoeg alle doping controles waren zonder vooraankondiging aan de atleet (‘no advance notice testing’). Een uitzondering wordt slechts gevormd door dopingcontroles naar aanleiding van een behaald record of een limiet, in welke gevallen de sporter of diens bond zelf het initiatief tot de controle moest nemen.

Targetcontroles

De Dopingautoriteit heeft de bevoegdheid tot het uitvoeren van zogenaamde targetcontroles. Deze dopingcontroles worden in specifieke gevallen en op basis van vooraf vastgestelde criteria uitgevoerd. In eerdere jaren zijn deze criteria al geactualiseerd en verder verruimd waardoor de targetcontroles breder konden worden ingezet. Targetcontroles hebben sportbreed plaatsgevonden, met de nadruk op enkele specifieke sporten en individuen waar incidenteel ook op het niveau onder de absolute top is gecontroleerd. Zie verder onder Intelligence & Investigations.

Atleet Biologisch Paspoort

In 2013 is Dopingautoriteit op basis van een verstrekte projectsubsidie gestart met een project ter implementatie van het Atleet Biologisch Paspoort (ABP) binnen het dopingcontroleproces. Binnen het ABP worden van geselecteerde atleten (afkomstig uit verschillende sporten) meerdere bloedmonsters afgenomen, om zo een longitudinaal profiel op te kunnen stellen. In 2015 is hier binnen het nationale programma een vervolg aan gegeven en is de omvang van het aantal sporters uitgebreid. Er zijn in totaal 75 bloedmonsters verzameld, waarvan 67 in het kader van het ABP-programma. De bloedcontroles in het kader van het Atleet Biologisch Paspoort werden uitgevoerd in de sporten: atletiek, schaatsen, triatlon, wielrennen en zwemmen.

Mobiel dopingcontrolestation

In de loop van 2014 is de vraag naar het mobiele station verder toegenomen en is er overgegaan tot de aanschaf van een ruimer mobiel dopingcontrolestation waarbij eveneens de mogelijkheid van bloedafname is geïncorporeerd. In 2015 is dit nieuwe mobiel dopingcontrolestation in gebruik genomen en veelvuldig gebruikt op locaties waar moeilijk een vast dopingcontrolestation is in te richten of daar waar dopingcontrole-stations niet aan de gestelde criteria voldeden. Het mobiele station is onder meer ten behoeve van buitensporten als de motorsport, wielrennen, watersport, hippische sport, en triatlon ingezet. 

De bevindingen

In 2015 zijn 133 dossiers met afwijkende (analytische en niet-analytische) bevindingen bij de Dopingautoriteit geregistreerd. In 129 gevallen werden er afwijkende A-delen van urinemonsters geconstateerd en viermaal betrof het een niet analytische bevinding.
Het aantal afwijkende bevindingen (inclusief de niet analytische bevindingen) is met 133 dossiers op de 2.416 uitgevoerde dopingcontroles 5,5%. Het percentage is 0,2% hoger dan het percentage over 2014 (5,3%). Indien uitsluitend naar de urinecontroles wordt gekeken was het percentage afwijkende bevindingen 5,7% (tegen 5,5% in 2014).

Aantal bevindingen t.o.v. aantal dopingcontroles
Aantal bevindingen t.o.v. aantal dopingcontroles

Dossiers waarvoor specifiek vervolgonderzoek nodig was

Van de 129 dossiers met afwijkende A-delen van urinemonsters gaat het bij 107 dossiers om atypische bevindingen waarvoor specifiek vervolgonderzoek nodig is om vast te (kunnen) stellen of er sprake is van een mogelijke dopingovertreding. Het betreft hier 83% van de afwijkende A-delen. 103 maal betrof het zaken waarin (uitsluitend) een testosteron/epitestosteron ratio groter dan 4 werd geconstateerd. Additioneel ging het in 4 gevallen om een afwijkend steroïd profiel. De Dopingautoriteit heeft in 2015 in nagenoeg al deze gevallen de isotopenratio massaspectrometrie analyse (IRMS) geïnitieerd en/of aanvullende dopingcontroles uitgevoerd. In twee gevallen is het vervolgonderzoek bij het afsluiten van het jaarverslag nog gaande. In de overige 105 gevallen toonde het vervolgonderzoek aan dat het atypische resultaat niet door exogene factoren veroorzaakt werd. Deze resultaten werden door de Dopingautoriteit als niet belastend afgegeven.

Dossiers die gesloten werden i.v.m. verstrekte medische dispensatie

In vijf gevallen bleek dat voorafgaand aan de controle reeds een medische dispensatie was verleend voor het therapeutische gebruik van de aangetroffen dopinggeduide stof. Deze dossiers konden gesloten worden en zijn derhalve niet aanhangig gemaakt bij de tuchtcommissie van de desbetreffende sportbond. In één geval is, voordat het bindende resultaat door de Dopingautoriteit aan de bond gemeld werd, door de GDS-commissie alsnog een medische dispensatie verleend voor het gebruik van de geconstateerde stof (de betreffende sporter was niet opgenomen in de Nationale Testing Pool van de Dopingautoriteit). Dit dossier kon derhalve alsnog gesloten worden en is eveneens niet aanhangig gemaakt bij de desbetreffende sportbond. Eén maal is er een stof aangetroffen die afhankelijk van de toedieningswijze of samenstelling van het geneesmiddel reglementair is toegestaan of niet; hierbij was het gebruik in overeenstemming met een toegestane toedieningswijze en had de betrokken sporter het gebruik van het middel ook ten tijde van de dopingcontrole kenbaar gemaakt. Ook dit resultaat is door de Dopingautoriteit als negatief afgegeven.

Tabel 4 Belastende analyseresultaten in 2015 onderbouwd door een medische dispensatie en/of door de Dopingautoriteit gesloten; stand van zaken bij het afsluiten van het jaarverslag
Sport bevinding/stof aantal afhandeling
Biljart methylfenidaat, metaboliet van methylfenidaat 1 achteraf medische dispensatie afgegeven (niet TP), dossier gesloten
Judo methylfenidaat 1 medische dispensatie aanwezig, dossier gesloten
Judo insuline 1 medische dispensatie aanwezig, dossier gesloten
Tennis hydrochloorthiazide, metaboliet van hydrochloorthiazide, amiloride 1 medische dispensatie aanwezig, dossier gesloten
Wielrennen Prednisolon, prednison 1 gebruik in overeenstemming met toegestane toedieningswijze, dossier gesloten
Wielrennen methylfenidaat, metaboliet van methylfenidaat 1 medische dispensatie aanwezig, dossier gesloten
Zwemmen methylfenidaat, metaboliet van methylfenidaat 1 medische dispensatie aanwezig, dossier gesloten
Totaal   7  

Indeling volgens WADA Prohibited list

Bij de stoffenindeling op groepsniveau conform de WADA Prohibited list 2015 werd over de voornoemde 129 afwijkende A-delen van urinemonsters in totaal 143 maal een verboden stof, een verhoogde T/E waarde, dan wel een atypisch steroïd profiel aangetroffen.

Eén urinemonster bevatte (afbraakproducten van) zes dopinggeduide stoffen, één monster bevatte (afbraakproducten van) drie dopinggeduide stoffen en zeven monsters bevatte (afbraakproducten van) twee dopinggeduide stoffen. 

In 112 van de 143 gevallen waren er bevindingen in de categorie anabole middelen. Dertien maal betrof het stimulantia en twee maal werd er (een afbraakproduct van) cannabis aangetroffen. In de laatste twee genoemde categorieën betreft het een stijging ten opzichte van 2014. 

Het percentage in de categorie anabole middelen daalde in vergelijk met 2014, circa 7%. Deze daling wordt veroorzaakt door een lager aantal urinemonsters met een T/E ratio groter dan 4 of met een atypisch steroïd profiel.

Tabel 5 Aangetroffen stoffen en initieel afwijkende bevindingen
Aangetroffen stoffen 2014 2015
Anabole middelen
(T/E-ratio >4)
(Atypische steroïdprofiel)
(aangetroffen middelen)
121 (112) (3) (6) 112 (103) (4) (5)
Peptide hormonen, groeifactoren en verwante stoffen 0 0
Narcotica 1 0
Hormoon- en metabole modulatoren 2 1
Diuretica / maskerende middelen 1 8
Stimulantia 5 13
Cannabinoïden 1 2
Glucocorticosteroïden 4 4
Bètablokkers 0 2
Totaal 135 143

Aanhangig gemaakte zaken

De Dopingautoriteit heeft in 2015 17 zaken (versus 10 in 2014) in 10 verschillende sporten aanhangig gemaakt omdat deze mogelijk in strijd waren met de reglementen van de betreffende bond. Het betrof in totaal 17 verschillende personen (12 mannen en 5 vrouwen). Het powerliften was met 3 zaken het meest vertegenwoordigd. 

In drie gevallen betrof het een resultaat van een (door de Dopingautoriteit) in Nederland uitgevoerde dopingcontrole bij een buitenlandse atleet onder (inter)nationale anti-dopingregelgeving. Het resultaatmanagement van deze controles is in twee gevallen door de Dopingautoriteit aan de betreffende Nationale Anti-Doping Organisatie (NADO) van het land van herkomst van de sporter overgedragen, en in een geval aan de betreffende internationale federatie. 

Het aantal aangedragen zaken verricht op Nederlands grondgebied, door de Dopingautoriteit en vallend onder het nationale programma bedraagt 1,0% (17 zaken onder nationale anti-dopingregelgeving op 1.737 dopingcontroles ten behoeve van het nationale programma). Dit percentage is gelijk aan het geformuleerde streven voor 2015 van maximaal 1% overtredingen in de Nederlandse sport.

Tabel 6 Belastende analyse resultaten en niet analytische bevindingen in 2015; stand van zaken bij het afsluiten van het jaarverslag (NADO=Nationale Anti-Doping Organisatie; IF= Interntationale Federatie)
Sport bevinding/stof aantal afhandeling
Atletiek terbutaline 1 resultaat management door NADO land herkomst sporter
Autosport prednisolon, prednison, bisoprolol, hydrochloorthiazide, metabolieten van hydrochloorthiazide (2x) 1 resultaat management door NADO land herkomst sporter
Biljart cocaine, metaboliet van cocaine 1  
Biljart metoprolol 1  
Boksen metaboliet van stanozolol 1 zaak aangedragen bij sportbond
Jiujitsu heptaminol 1 resultaat management door IF *
Judo (poging tot) gebrekkige medewerking 1 zaak geseponeerd door Dopingautoriteit
Kickboksen furosemide 1 **
Powerliften metaboliet van stanozolol 1  
Powerliften oxilofrine 1  
Powerliften (poging tot) gebrekkige medewerking 1  
Oosterse gevechtskunsten methylhexanamine 1 sporter geen lid Nederlandse sportbond **
Rugby metabolieten van tibolon (2x) 1 zaak in behandeling Dopingautoritiet
Rugby metaboliet van cannabis 1 zaak aangedragen bij sportbond
Skien (poging tot) gebrekkige medewerking 1 zaak aangedragen bij sportbond
Voetbal furosemide 1  
Voetbal metaboliet van cannabis 1  
Wielrennen nandrolon, amfetamine 1 **
Wielrennen (poging tot) gebrekkige medewerking 1 **
Totaal   19  

* Betreft een controle in Nederland onder internationale anti-dopingregels waarbij het resultaatmanagement door de internationale federatie is uitgevoerd
**Betreft een controle in Nederland waarbij het resultaatmanagement door een buitenlandse NADO is uitgevoerd