Opbouw structurele I&I capaciteit

De Dopingautoriteit doet op basis van artikel 15.2 van het Nationaal Dopingreglement onderzoek naar mogelijke dopingzaken in binnen-en buitenland. Intelligence & Investigations is hiervoor een van de middelen, en dit werkterrein is sinds 2013 als apart aandachtsgebied georganiseerd.

Intelligence betreft geselecteerde, gecombineerde en geanalyseerde informatie; het is informatie die is gevalideerd, in samenhang is gepresenteerd en bij voorkeur afkomstig is uit meerdere bronnen.
Intelligence & Investigations omvat ook het onderzoek doen naar het waarheidsgehalte van geruchten, beschuldigingen of insinuaties omtrent dopinggebruik of omtrent het behulpzaam zijn bij dopinggebruik. Waarheidsvinding is essentieel. Het is de taak van de Dopingautoriteit om, in het belang van de sporter én de sport, op basis van een objectief onderzoek duidelijkheid te creëren ten aanzien van een beschuldiging of insinuatie.

Voorgaand jaar werd er bij de Dopingautoriteit een Intelligence Officer aangesteld om het werkterrein Intelligence & Investigations te ontwikkelen en te implementeren. De werkzaamheden van de Intelligence Officer bestaan onder andere uit het verzamelen van informatie in het kader van onderzoeken naar dopingovertredingen, het opstellen van rapportages, het afnemen van interviews en verklaringen, het verzorgen en verwerken van vertrouwelijke gegevens in een geautomatiseerd systeem en het ontwikkelen van procedures en protocollen.

De Intelligence Officer verzamelt, verwerkt en analyseert informatie over mogelijke dopingzaken en zal in voorkomende gevallen betrokken zijn bij de tuchtrechtelijke afhandeling van dopingzaken. Informatie wordt verkregen uit digitaal onderzoek maar ook uit persoonlijke gesprekken met sporters, begeleiders of andere personen van wie wordt verwacht dat zij over relevante informatie kunnen beschikken. De analyse van de Intelligence Officer kan voor de afdeling controle aanleiding zijn om gericht, zogenaamde targetcontroles uit te voeren. Het door de Intelligence Officer opgemaakte dossier kan gevoegd worden bij het dossier van een positieve controle of kan direct aanleiding zijn voor het doen van aangifte in dopingzaken indien er mogelijk strafbare handelingen zijn of worden gepleegd.

Resultaten 2014

Het proces Intelligence & Investigations heeft in 2014 steeds meer vorm gekregen. Bestaande informatie werd ontsloten en geanalyseerd en er werd (voornamelijk) “open sources”-onderzoek verricht. Incidenteel werd informatie uitgewisseld met internationale, nationale sportfederaties en opsporingsdiensten. Gelet op het ontbreken van wettelijke grondslag betreft dergelijke informatie echter vaak “off-the-record-informatie” waardoor dit alleen als sturingsinformatie gebruikt kon worden. De door de Intelligence Officer verkregen informatie heeft in 2014 niet geleid tot een aangifte van een dopingovertreding zonder een positieve controlebevinding, een zogenaamde niet-analytische zaak. De bevindingen van de Intelligence Officer hebben in 2014 bijgedragen aan enkele tuchtprocedures.

In 2014 werden meerdere meldingen inzake mogelijke dopingovertredingen ontvangen. De informatie werd door de Intelligence Officer onderzocht en de resultaten van dat onderzoek werd (meestal) gedeeld met de afdeling Controle ten behoeve van een eventuele vervolgactie (dopingcontrole) of één van de andere afdelingen van de Dopingautoriteit.
In 2014 was de Intelligence Officer betrokken bij twee grote projecten, die beiden begin 2015 zullen worden afgehandeld. Hierbij wordt opgemerkt dat afgehandeld niet betekent dat de onderzoeken administratief worden afgesloten. In samenhang met nieuwe of aanvullende informatie kunnen dossiers, met inachtneming van de verjaringstermijn leiden tot of aanleiding geven tot enige toekomstige tuchtprocedure.
De beschikbare I&I capaciteit is in de laatste 5 maanden van 2014 voornamelijk besteed aan deze twee projecten. De rol van de Intelligence Officer was binnen die projecten divers.

Opbouw internationale samenwerking

Op initiatief van WADA werd in 2014 een internationale I&I werkgroep geformeerd, bestaande uit Intelligence Officers en/of intelligence analisten. De groep waarin naast de Dopingautoriteit veel, voornamelijk Europese, anti-dopingorganisaties en enkele Internationale Federaties vertegenwoordigd zijn is in 2014 drie maal bijeengekomen. De leden van de groep zijn betrokken bij de ontwikkelingen van het (nieuwe)taakveld Intelligence & Investigations en delen kennis, expertise en ervaring. Er worden afspraken gemaakt en overeenkomsten gesloten voor het verzamelen en uitwisselen van informatie ten aanzien van dopingonderzoeken en de internationale samenwerking bij dopingonderzoeken. Omdat niet alle Anti-Dopingorganisaties op dezelfde wijze zijn ingericht en/of dezelfde wettelijke bevoegdheden kennen wordt er (onder andere) zeer nadrukkelijk aandacht besteed aan de wijze waarop de informatie gebruikt wordt en wat de juridische consequenties zijn van het delen en het gebruiken van informatie.

Opbouw nationale samenwerking met opsporingsdiensten

Opsporingsdiensten kunnen op basis van huidige wetgeving geen opsporingsinformatie delen met de Dopingautoriteit. Een goede samenwerking met opsporingsdiensten of goede contacten met die diensten is echter zeer van belang voor het werk van de Dopingautoriteit. In 2014 heeft de Dopingautoriteit meerdere keren informatie gedeeld met de inspectie voor de volksgezondheid (IGZ). In het kader van het opbouwen van contacten met opsporingsdiensten werd er in 2014 contacten onderhouden of gemaakt met IGZ, NVWA en Politie.

Gedurende 2014 werd er steeds nadrukkelijker samengewerkt met de afdeling Controle. Vooruitlopend op de World Anti Doping Code 2015 en aanverwante Internationale Standaarden is in 2014 het besluit genomen om het proces Intelligence & Investigations, met het oog op een slagvaardigere taakuitvoering, vanaf januari 2015 te integreren binnen de afdeling Controle. Vanaf het jaar 2015 zal dit de afdeling Handhaving & Opsporing gaan worden.