Inleiding

De wetenschappelijk activiteiten van de Dopingautoriteit bestaan uit de volgende taken:

  • een continue inventarisatie van de wetenschappelijke literatuur op dopinggerelateerde relevantie;
  • het uitvoeren en initiëren van onderzoek als dat ten dienste staat van het (inter)nationale antidopingbeleid; en
  • de verspreiding van wetenschappelijke dopingkennis zowel binnen als buiten de organisatie.

Van oudsher valt ook het project ‘voedingssupplementen en doping’ ook onder de wetenschappelijke activiteiten.

Inventarisatie wetenschappelijke literatuur

Om op de hoogte te blijven van de meest recente ontwikkelingen houdt de Dopingautoriteit nieuwe publicaties van dopinggerelateerde wetenschappelijke literatuur nauwgezet bij en slaat de relevante artikelen op in haar archief. Dit archief is in 2014 aangevuld met ongeveer 200 relevante artikelen. Alle artikelen zijn digitaal beschikbaar.

De informatie uit de beschikbare literatuur wordt actief verspreid en dient als basis voor de interne advisering aan onder andere de afdelingen Controle en Preventie. Deze informatie wordt tevens gebruikt om specifieke wetenschappelijke vragen te beantwoorden van artsen, juristen, journalisten, studenten en andere belangstellenden.

Onderzoek

Effectiviteit antidopingbeleid

In december 2010 is begonnen met een promotietraject met de titel ‘Effectiviteit van (anti-)dopingbeleid’. Het onderzoek richtte zich op een multidisciplinaire aanpak van deze brede onderzoeksvraag, waarbij met name gekeken is naar de gebieden preventie, opsporing en sanctionering, en hoe deze met elkaar verweven zijn tot de huidige anti-dopingaanpak in internationaal verband en in Nederland. Als promotor fungeert Prof. Dr. Maarten van Bottenburg, hoogleraar sportontwikkeling aan de Universiteit Utrecht. In 2014 is het belangrijkste artikel voor dit proefschrift, over het daadwerkelijk meten van de prevalentie van dopinggebruik onder topsporters, geaccepteerd voor publicatie. Op 1 december is het raamwerk van het proefschrift afgerond. Dit bevat een inleiding, methodebeschrijving, een beschrijving van de verschillende aspecten van het dopingbeleid waarin ook een zevental reeds gepubliceerde artikelen zijn opgenomen, een achtste (concept)artikel dat nog moet worden ingediend bij een wetenschappelijk tijdschrift, en een discussie- en aanbevelingen-sectie. De promotie zelf zal in 2015 plaatsvinden.

Anabolenpolikliniek

Endocrinoloog Pim de Ronde heeft in het Kennemer Gasthuis in Haarlem een polikliniek opgezet die gericht is op mensen die gezondheidsproblemen ervaren als gevolg van het gebruik van anabole steroïden. De polikliniek is één dagdeel per week geopend. De Dopingautoriteit fungeert als adviseur. Vooralsnog is dit een klinische voorziening, maar in gezamenlijkheid wordt gezocht naar financiering om wetenschappelijk onderzoek te kunnen doen naar deze gezondheidsproblemen.

Topsportenquête

De Dopingautoriteit peilt periodiek de meningen van de Nederlandse topsporters over het dopingbeleid. Deze traditie is in 1993 begonnen en de laatste enquête is gehouden in 2010. Op basis van een subsidie van het ministerie van VWS is een nieuwe enquête opgezet. In 2014 is de vragenlijst ontwikkeld en is de dataverzameling begonnen bij de sporters met een officiële topsportstatus van NOC*NSF en bij een selecte groep ‘overige topsporters’. De traditionele beleidsevaluatie wordt deze keer uitgebreid met enkele vragen die een schatting van de prevalentie van dopinggebruik binnen de Nederlandse topsport mogelijk moeten maken. Het onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met TNS NIPO en de Universiteit Utrecht (Departement Maatschappijwetenschappen) en er is een begeleidingscommissie geformeerd met vertegenwoordigers vanuit NOC*NSF, VWS, en de NOC*NSF atletencommissie. De dataverzameling loopt door in 2015.

Twee supplementenonderzoeken

Ook op basis van extra VWS-gelden zijn in 2014 twee onderzoeken gestart naar de dopingrisico’s van supplementen. Het eerste richt zich op het NZVT (zie later), dat inmiddels meer dan 11 jaar bestaat. Het NZVT is gestoeld op de medewerking van supplementenproducenten die inzien dat supplementen in algemene zin een extra controle op dopingmiddelen nodig hebben. In de vorm van een ‘kwaliteitsimpuls’ zal 1) een audit uitgevoerd worden op een brede selectie van NZVT-producten om na te gaan of de marketing-overeenkomsten goed worden nageleefd; 2) extra aankopen gedaan worden van NZVT-product/batch-combinaties in winkels en via het internet om die te laten analyseren in het borgingslab (RIKILT); en 3) een eenmalige uitbreiding doorgevoerd worden van de bestaande borgingsprocedure bij het RIKILT.

Een tweede onderzoek richt zich op de meer risicovolle kanten van de supplementenmarkt. Sinds de opstart van het NZVT zijn er in Nederland geen nieuwe onderzoeken uitgevoerd naar de dopingrisico’s van supplementen, maar verschillende sporters testen nog steeds ‘positief’ na het gebruik van ‘vervuilde’ supplementen. Doel van dit onderzoek is om een beter inzicht te verkrijgen in de dopingrisico’s van de hedendaagse supplementenmarkt in Nederland. Ook hier zullen analyses worden uitgevoerd, maar dan op een selectie van supplementen die op basis van ‘waarschuwingstekens’ als risicovol aangeduid kunnen worden. De analyses zullen dit vermoeden moeten bevestigen of ontkrachten. De bevindingen van dit onderzoek zullen gebruikt worden in onze voorlichtingsactiviteiten, zowel die gericht op topsporters als die gericht op fitnessers.

De resultaten van beide onderzoeken zullen in 2015 worden gepubliceerd.

Overig

Met zeven andere (wetenschappelijk) medewerkers, werkzaam bij de nationale anti-dopingorganisaties van Zwitserland, Noorwegen, Groot-Brittannië, Duitsland, de Verenigde Staten, Nieuw-Zeeland en Australië, is een werkgroep gevormd om ervaringen uit te wisselen. Periodiek vindt er een telefonische vergadering plaats over lopende onderzoeken en specifieke wetenschappelijke dopingkwesties. In 2014 zijn er vier vergaderingen gehouden. Het voorzitterschap rouleert per vergadering.

Er is enkele keren opgetreden als referent voor zogenoemde peer-reviewed wetenschappelijke tijdschriften bij dopinggerelateerde artikelen: tweemaal voor het Journal of Sports Sciences, tweemaal voor het Journal of Sports Medicine & Doping Studies, en eenmaal voor Drug Testing and Analysis.

Samen met het ministerie van VWS, NOC*NSF, het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) en het Trimbosinstituut is een traject opgestart om dopinggerelateerde vragen opnieuw mee te gaan nemen in de nationaal gecoördineerde reguliere monitoring van het gebruik van allerlei ‘lifestyle middelen’, zoals alcohol en drugs. Er is overeenstemming om vanaf 2017 het onderwerp doping mee te nemen in een verdiepingsmodule van de nieuw opgezette leefstijlmonitor. In 2014 zijn alvast enkele vragen, als proef, meegenomen in de monitor ‘Ongevallen en Bewegen in Nederland’.

Bij een tweetal bijeenkomsten, belegd door de directie Geneesmiddelen en Medische Technologie van het ministerie van VWS, is geparticipeerd in discussies over vervalste medische producten. Ook is in enkele aparte vergaderingen input gegeven over de mogelijkheid om tot een meldpunt te komen voor gezondheidsschade als gevolg van het gebruik van vervalste geneesmiddelen. In deze categorie zijn de dopingproducten altijd prominent aanwezig en een dusdanig meldpunt zou aansluiten op de aanbevelingen van het rapport van de Gezondheidsraad over doping uit 2010.

Hiernaast zijn er meerdere studenten begeleid en beoordeeld die als onderdeel van hun studie een dopingonderwerp nader hebben uitgediept. Het gaat hierbij met name om gezondheidsgerelateerde en forensische opleidingen.

Internationale congressen

Op het congres van de European College of Sports Sciences in Amsterdam heeft VU-studente (en topschaatster) Diane Valkenburg haar onderzoek gepresenteerd over de whereabouts-ervaringen van topsporters. Dit onderzoek, tevens gepubliceerd in een wetenschappelijk artikel, kwam voort uit een stage bij docent Ivo van Hilvoorde.

NZVT

Er zijn in 2014 In totaal 183 product-batch combinaties toegevoegd aan de website. Dit betekende een nieuw record, wat een signaal is dat het Nederlands Zekerheidssysteem Voedingssupplementen Topsport (NZVT) nog steeds in een belangrijke markt voorziet voor sporters en hun begeleiders. Tegelijkertijd zijn er dit jaar vijf batches afgekeurd omdat er dopinggeduide stoffen werden aangetroffen, wat een zeer sterk signaal is dat het NZVT nog steeds nodig is. Het NZVT is opgezet in 2003 en getuige de aantallen positieve dopingcontroles die nog steeds aan zogenoemde ‘vervuilde’ voedingssupplementen kunnen worden gewijd, is een dergelijk testsysteem onverminderd noodzakelijk. In totaal stonden er op 31 december 2014 521 product-batchcombinaties op de NZVT-website (antidoping.nl/nzvt), verdeeld over 217 producten, 32 producenten en 17 inhoudelijke categorieën. De website zelf is in 2014 uitgebreid met meer informatie over de producten die altijd (dus met alle batches) meedoen met het systeem.

De Dopingautoriteit fungeert tevens als adviseur bij een vergelijkbaar initiatief van het Britse bedrijf HFL (zie www.informed-sport.com). Beide systemen erkennen elkaar als ‘sportersvriendelijke’ testsystemen die de hoogst mogelijke zekerheid geven voor een dopingvrij voedingssupplement.