De controlepraktijk

Algemeen

In 2014 is verder invulling gegeven aan het antidopingbeleid van NOC*NSF zoals dat in 2007 in nauwe samenwerking met de Dopingautoriteit tot stand werd gebracht. Bij de dopingcontroles ligt het accent op de absolute top van de Nederlandse sport. 2014 betrof een Olympisch jaar, om welke reden intensivering heeft plaatsgevonden onder die sporten die in februari 2014 deel namen aan de Olympische en Paralympische Spelen in Sotsji.
Daarnaast heeft de Dopingautoriteit gerichte controles in kunnen zetten op specifieke individuen en/of groepen met incidentele dopingcontroles op competitieniveau direct onder de absolute top. Het aantal vervolgonderzoeken en specifieke, aanvullende analyses nam wederom verder toe. Veel aandacht is eveneens besteed aan de zogeheten “whereabouts”. Een deel van de topsporters dient, indien zij behoren tot de Nationale of Internationale Testing Pool, een deel van de dagelijkse activiteiten kenbaar te maken aan de Dopingautoriteit of de Internationale Federatie. De gebruiksvriendelijkheid voor het opgeven van whereabouts door sporters middels een Nederlandse innovatie, de Whereabouts app, is de opmaat geweest naar mondiale standaardisatie en is de basis voor de door WADA wereldwijd gelanceerde ADAMS App. De App heeft in 2014 een prestigieuze ICT prijs in de wacht gesleept. Het jaar 2014 is het eerste volledige jaar na de reorganisatie onder de Doping Controle Officials (DCO’s) eind 2013. De reorganisatie heeft er toe geleid dat het aantal DCO’s sterk is gereduceerd (-37%). Ondanks de reductie in DCO capaciteit is het de Dopingautoriteit nagenoeg gelukt de door haar geformuleerde doelstelling ten behoeve van het nationale doping controle programma te realiseren.

Nationale Testing Pool (NTP)

Voortvloeiend uit de uitwerking van de World Anti-Doping Code (WADC) 2009 en de daarmee verbonden Internationale Standaarden heeft de Dopingautoriteit sinds 2009 een Nationale Testing Pool (NTP) ingericht. Sporters die zijn opgenomen in de Nationale Testing Pool dienen aan een aantal verplichtingen te voldoen. Zo dienen zij voor het gebruik van eventuele medicijnen vooraf een dispensatie bij de Geneesmiddelen Dispensatiecommissie Sporter Commissie (GDS-commissie) aan te vragen. Tevens dienen zij het hele jaar door hun whereabouts informatie op te geven evenals een door de Dopingautoriteit georganiseerde voorlichting bij te wonen.
In 2014 waren er 12 sportbonden met sporters in de NTP. Dit aantal is gelijk gebleven ten opzichte van 2013. Het aantal sporters in de NTP is ten opzichte van 2013 licht gedaald: 342 sporters in 2014 bij aanvang van het jaar, versus 394 sporters in 2013. Ook in 2014 dienden sporters slechts bij één instantie whereabouts op te geven, hetzij bij de internationale federatie dan wel de Dopingautoriteit. De Dopingautoriteit heeft van WADA leesbevoegdheden met betrekking tot whereabouts informatie van Nederlandse sporters in het mondiale whereabouts systeem ADAMS. Hierdoor is het mogelijk dat de Dopingautoriteit whereabouts informatie van Nederlandse sporters in kan zien waardoor de actualiteit van de voor de Dopingautoriteit beschikbare informatie beter gewaarborgd is.
De Dopingautoriteit heeft in 2014 - evenals voorgaande jaren – ook veelvuldig gebruik gemaakt van de informatie afkomstig van externe bronnen, zoals onder meer websites van nationale en internationale federaties, Twitter en Facebook. De door de Dopingautoriteit ontwikkelde whereabouts website (en bijbehorende whereabouts App voor op de smartphone) verschafte zowel algemene als meer gedetailleerde informatie over sporters, teams en trainingslocaties.

Uitgevoerde controles - algemeen

De Dopingautoriteit voerde in 2014 voor de Nederlandse sport twee soorten dopingcontroles uit, namelijk: controles in het kader van het nationaal programma en daarnaast dopingcontroles in opdracht en voor rekening van derden, waaronder nationale en internationale federaties, evenementorganisatoren en buitenlandse Nationale Anti-Doping Organisaties. Ook dopingcontroles na het behalen van officiële records, targetcontroles bij specifieke verdenkingen, en verschillende soorten vervolgonderzoeken vielen onder de verantwoordelijkheid van de Dopingautoriteit. Niet alleen Nederlandse sporters werden in Nederland gecontroleerd, maar, eventueel in opdracht van andere NADOs, ook niet-Nederlandse sporters.

Het nationaal programma – de principes

Evenals voorgaande jaren hebben VWS en NOC*NSF voor 2014 een geldbedrag beschikbaar gesteld waaruit de kosten van de uitvoering van het nationaal controleprogramma ten behoeve van de Nederlandse sportbonden voldaan kunnen worden. Ten gevolge van stijgende kosten van de uitvoering van dopingcontroles neemt het aantal dopingcontroles sinds een aantal jaren af. Het beschikbare budget maakte in 2014 een nationaal programma van circa 1.700 dopingcontroles mogelijk. In lijn met het NOC*NSF-beleid waren hiervan ca. 500 controles gereserveerd voor onder meer de uitvoering van zogenaamde targetcontroles, noodzakelijk vervolgonderzoek en voor dopingcontroles na het behalen van records en officiële limieten. Op basis van het met NOC*NSF geformuleerde antidopingbeleid heeft de Dopingautoriteit de overige 1.200 urinecontroles verdeeld over de sportbonden. Aan deze verdeling ligt een mathematisch verdeelmodel ten grondslag waarin onder meer de sport specifieke fysiologische eigenschappen en de internationale en nationale dopingincidentie-statistieken zijn meegenomen.

Het nationaal programma – de uitvoering

In 2014 zijn in totaal 1.764 dopingcontroles als onderdeel van het nationaal controle programma uitgevoerd. In veruit de meeste gevallen ( 1.707 maal) betrof het een urinecontrole. In 2014 zijn daarnaast ook 57 bloedcontroles uitgevoerd, onder meer in het kader van een in 2013 opgezet “Atleet Biologisch Paspoort” project (zie ook de betreffende paragraaf verderop in dit verslag).
De 1.764 dopingcontroles in het kader van het nationaal controleprogramma vonden plaats bij 31 Olympische sportbonden en 17 niet-Olympische sportbonden, in de verhouding 88:12. Bij een aantal niet-Olympische niet dopinggevoelige sporten zijn geen dopingcontroles uitgevoerd. Een voorbeeld hiervan zijn de denksporten.

Top 5 aantal dopingcontroles Nationaal controleprogramma

  1. Wielrennen
  2. Schaatsen
  3. Atletiek
  4. Zwemmen
  5. Roeien

Het percentage dopingcontroles (bloed en urine) buiten wedstrijdverband in het kader van het nationaal programma was 46,5%. Ten opzichte van 2013 is het percentage dopingcontroles buiten wedstrijdverband nagenoeg gelijk gebleven (in 2013 was dit 47%).
Van het totaal van 1.764 dopingcontroles (bloed en urine) voor de sport in Nederland werden er 1.103 bij mannen uitgevoerd (63%) en 661 bij vrouwen (37%).

Dopingcontroles, uitgevoerd voor derden

De Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB), de Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie (KNWU) en de Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond (KNLTB) hebben buiten het nationale programma een additioneel dopingcontroleprogramma gefinancierd ten behoeve van de Nederlandse competitie.
Verschillende Nederlandse bonden hebben additionele controles ingekocht bij de Dopingautoriteit ten behoeve van internationale evenementen in Nederland. Op basis van opdrachten van derden zijn in totaal 719 dopingcontroles uitgevoerd. Een stijging van 24% ten opzichte van 2013.
De extra dopingcontroles waartoe Nederlandse en buitenlandse bonden en organisatoren opdracht gaven, waren voor het merendeel controles binnen wedstrijdverband (93%). Bij deze dopingcontroles werden 441 mannen en 278 vrouwen gecontroleerd.

Dopingcontroles - totaal

De controles, uitgevoerd als onderdeel van het Nationaal controleprogramma en de controles die in opdracht van derden werden uitgevoerd, vormen samen het totale dopingcontroleprogramma zoals uitgevoerd in 2014. In totaal zijn 2.483 dopingcontroles uitgevoerd.

Tabel 1 Globaal overzicht uitgevoerde dopingcontroles in 2014.
Dopingcontroles uitgevoerd door de DopingautoriteitUrineBloedTotaal
Dopingcontroles uitgevoerd voor de Nederlandse sport (Nationaal Programma) 1.707 57 1.764
Urinecontroles uitgevoerd voor buitenlandse sportorganisaties en overige 677 42 719
Totaal uitgevoerd door de Dopingautoriteit 2.384 99 2.483
Aantal dopingcontroles 2014 2013
Nationaal programma 1.764 1.911
In opdracht van derden 719 579
Totaal 2.483 2.490

Top 5 totaal aantal dopingcontroles

  1. Wielrennen
  2. Schaatsen
  3. Zwemmen
  4. Atletiek
  5. Voetbal

Het totale aantal van 2.483 dopingcontroles voor de Nederlandse sport en sportorganisaties is nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van 2013, toen werden er 2.490 dopingcontroles uitgevoerd.

Tabel 2 Overzicht van het aantal uitgevoerde dopingcontroles in 2014
Sport Nationaal ProgrammaUitgevoerd voor derdenTotaal uitgevoerd
UrineBloedTotaalUrineBloedTotaalUrineBloedTotaal
Atletiek 153 16 169 33 11 44 186 27 213
Autosport 9 0 9 0 0 0 9 0 9
Badminton 6 0 6 4 0 4 10 0 10
Basketbal 25 0 25 0 0 0 25 0 25
Biljart 14 0 14 0 0 0 14 0 14
Bobsleeën 26 0 26 0 0 0 26 0 26
Boksen 14 0 14 0 0 0 14 0 14
Bowling 6 0 6 0 0 0 6 0 6
Bridge 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Cricket 8 0 8 0 0 0 8 0 8
Crossfit 0 0 0 4 0 4 4 0 4
Curling 9 0 9 0 0 0 9 0 9
Dammen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Dansen 6 0 6 0 0 0 6 0 6
Darts 8 0 8 0 0 0 8 0 8
Floorball en unihockey 12 0 12 2 0 2 14 0 14
Gehandicaptensport 4 0 4 0 0 0 4 0 4
Go 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Golf 14 0 14 0 0 0 14 0 14
Gymnastiek 33 1 34 0 0 0 33 1 34
Handbal 23 0 23 8 0 8 31 0 31
Handboogschieten 9 0 9 0 0 0 9 0 9
Hippische sport 13 0 13 0 0 0 13 0 13
Hockey 32 0 32 24 0 24 56 0 56
Honk- en softbal 26 0 26 14 0 14 40 0 40
IJshockey 20 0 20 0 0 0 20 0 20
In- en outdoor bowls 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Jeu de Boules 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Judo 49 1 50 4 0 4 53 1 54
Karate-do 11 0 11 0 0 0 11 0 11
Klim- en bergsport 6 0 6 0 0 0 6 0 6
Korfbal 21 0 21 12 0 12 33 0 33
Krachtsport 71 0 71 0 0 0 71 0 71
Luchtsport 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Motorsport 28 0 28 0 0 0 28 0 28
Onderwatersport 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Oosterse gevechtskunsten 15 0 15 0 0 0 15 0 15
Redden van drenkelingen 8 0 8 0 0 0 8 0 8
Roeien 125 0 125 2 0 2 127 0 127
Rollersports 8 0 8 0 0 0 8 0 8
Rugby 21 0 21 0 0 0 21 0 21
Schaatsen 172 4 176 77 23 100 249 27 276
Schaken 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Schermen 8 0 8 0 0 0 8 0 8
Schieten 13 0 13 0 0 0 13 0 13
Skiën 37 0 37 4 0 4 41 0 41
Squash 12 0 12 0 0 0 12 0 12
Taekwondo 11 0 11 0 0 0 11 0 11
Tafeltennis 7 0 7 0 0 0 7 0 7
Tennis 13 0 13 4 0 4 17 0 17
Triatlon 41 7 48 8 2 10 49 9 58
Voetbal 110 0 110 94 0 94 204 0 204
Volleybal 31 0 31 12 0 12 43 0 43
Waterskien 6 0 6 0 0 0 6 0 6
Watersport 11 0 11 0 0 0 11 0 11
Wielrennen 251 25 276 300 0 300 551 25 576
Zwemmen 151 3 154 71 6 77 222 9 231
Tabel 3 Aantal in- en out-of-competition dopingcontroles uitgevoerd in 2014
Sport In competitionOut of competition
UrineBloedTotaalUrineBloedTotaal
Atletiek 123 0 123 63 27 90
Autosport 8 0 8 1 0 1
Badminton 10 0 10 0 0 0
Basketbal 24 0 24 1 0 1
Biljart 14 0 14 0 0 0
Bobsleeën 0 0 0 26 0 26
Boksen 9 0 9 5 0 5
Bowling 6 0 6 0 0 0
Bridge 0 0 0 0 0 0
Cricket 8 0 8 0 0 0
Crossfit 4 0 4 0 0 0
Curling 0 0 0 9 0 9
Dammen 0 0 0 0 0 0
Dansen 6 0 6 0 0 0
Darts 8 0 8 0 0 0
Floorball en unihockey 10 0 10 4 0 4
Gehandicaptensport 0 0 0 4 0 4
Go 0 0 0 0 0 0
Golf 12 0 12 2 0 2
Gymnastiek 12 0 12 21 1 22
Handbal 28 0 28 3 0 3
Handboogschieten 9 0 9 0 0 0
Hippische sport 13 0 13 0 0 0
Hockey 40 0 40 16 0 16
Honk- en softbal 34 0 34 6 0 6
IJshockey 12 0 12 8 0 8
In- en outdoor bowls 0 0 0 0 0 0
Jeu de Boules 0 0 0 0 0 0
Judo 32 0 32 21 1 22
Karate-do 6 0 6 5 0 5
Klim- en bergsport 6 0 6 0 0 0
Korfbal 28 0 28 5 0 5
Krachtsport 63 0 63 8 0 8
Luchtsport 0 0 0 0 0 0
Motorsport 20 0 20 8 0 8
Onderwatersport 0 0 0 0 0 0
Oosterse gevechtskunsten 6 0 6 9 0 9
Redden van drenkelingen 6 0 6 2 0 2
Roeien 20 0 20 107 0 107
Rollersports 8 0 8 0 0 0
Rugby 12 0 12 9 0 9
Schaatsen 157 14 171 92 13 105
Schaken 0 0 0 0 0 0
Schermen 6 0 6 2 0 2
Schieten 13 0 13 0 0 0
Skiën 10 0 10 31 0 31
Squash 8 0 8 4 0 4
Taekwondo 6 0 6 5 0 5
Tafeltennis 6 0 6 1 0 1
Tennis 12 0 12 5 0 5
Triatlon 30 0 30 19 9 28
Voetbal 144 0 144 60 0 60
Volleybal 36 0 36 7 0 7
Waterskien 6 0 6 0 0 0
Watersport 6 0 6 5 0 5
Wielrennen 421 0 421 130 25 155
Zwemmen 146 0 146 76 9 85

Dopingcontroles die geen doorgang konden vinden

In 2014 heeft in 83 gevallen een dopingcontrole geen doorgang kunnen vinden waarbij:

  1. opgegeven sport(st)ers/selecties afwezig zijn op evenementen, wedstrijden en centrale trainingen.
  2. een dopingcontroleofficial (DCO) een (centrale) training of wedstrijd aandoet en deze training of wedstrijd bleek te zijn afgelast of verplaatst zonder dat de Dopingautoriteit hierover vooraf was geïnformeerd.
  3. een DCO een opgegeven adres aandoet en de sport(st)er gedurende de uitgezette controleperiode afwezig was, dan wel dat deze niet (meer) op het adres woont (bij dopingcontroles zonder whereabouts informatie).
    In al deze gevallen betrof het een out-of-competition controle.
    Als een dopingcontrole geen doorgang kan vinden, wordt zo spoedig mogelijk daarna opnieuw een poging ondernomen de betreffende sporter alsnog te controleren.

Tevens zijn in 2014 in totaal 34 definitieve whereabouts-fouten geregistreerd en zijn er op het moment van het opstellen van dit jaarverslag nog een tweetal whereabouts -fouten in procedure. Whereabouts fouten kunnen bestaan uit Missed tests (niet aanwezig zijn van de sporter op de opgegeven locatie binnen het one hour time slot) en Filing failures (het niet voldoen aan het tijdig en correct opgeven van verblijfsgegevens).
Het aantal whereabouts-fouten is om en nabij de helft minder dan in 2013 (toen betrof het 60 gevallen). In 2014 zijn er geen sporters geweest waarbij een derde whereabouts-fout in een periode van 18 maanden is vastgesteld.
De top drie van het totaal aantal Whereabouts-fouten werd gevormd door de Atletiekunie, Schaatsbond en respectievelijke de Zwembond waarbij opgemerkt dient te worden dat bonden met een groot aantal sporters in de Nationale Testing Pool ook een grotere kans hebben op sporters die niet aan de whereabouts verplichtingen voldoen. In 2014 behoorde de Atletiekunie en de Zwembond bij de bonden met de meeste whereabouts-fouten.

EPO en aanverwanten

In 41% van de gevallen zijn de urinemonsters ten behoeve van het nationale programma ook op EPO geanalyseerd. Dit is substantiële stijging ten opzichte van het jaar 2013 (31%). De EPO-analyses gebeurden in verschillende sporttakken waarbij de top gevormd werd door het wielrennen, schaatsen (in aanloop naar de Winterspelen begin 2014) en atletiek. Eveneens als in 2013 werden verschillende monsters aanvullend op somatropine, hexareline, insuline en testosteron gebruik geanalyseerd. Eveneens zijn er analyses op groeihormoon geïnitieerd en zijnde analytische beperkingen opgeheven in 2014. De monsters uit 2013 zijn retrospectief geanalyseerd, allen met een negatief resultaat. In 2014 zijn verschillende urinemonsters voor langere tijd in bewaring genomen teneinde op enig moment een heranalyse uit te kunnen voeren.

Onaangekondigde dopingcontroles

Het totale percentage dopingcontroles buiten wedstrijdverband (‘out-of-competition’) is in verhouding tot 2013 iets afgenomen (door het gestegen aantal in-competition controles in opdracht van derden) en kwam in 2014 uit op 35%. Nagenoeg alle doping controles waren zonder vooraankondiging aan de atleet (‘no advance notice testing’). Een uitzondering wordt slechts gevormd door dopingcontroles naar aanleiding van een behaald record of een limiet, in welke gevallen de sporter of diens bond zelf het initiatief tot de controle moesten nemen.

Targetcontroles

De Dopingautoriteit heeft de bevoegdheid tot het uitvoeren van zogenaamde targetcontroles. Deze dopingcontroles worden in specifieke gevallen en op basis van vooraf vastgestelde criteria uitgevoerd. In eerdere jaren zijn deze criteria al geactualiseerd en verder verruimd waardoor de targetcontroles breder konden worden ingezet. Targetcontroles hebben sport breed plaatsgevonden, met de nadruk op enkele specifieke sporten waar incidenteel ook op het niveau onder de absolute top is gecontroleerd, zoals in het amateur voetbal.

Atleet Biologisch Paspoort

In 2013 is de Dopingautoriteit op basis van een verstrekte projectsubsidie gestart met een project ter implementatie van het Atleet Biologisch Paspoort (ABP) binnen het dopingcontroleproces. Binnen het project zijn van geselecteerde atleten afkomstig uit verschillende sporten in 2013 meerdere bloedmonsters afgenomen, om zo een longitudinaal profiel op te kunnen stellen. In 2014 is hier binnen het nationale programma een vervolg aan gegeven en zijn er in totaal 52 bloedmonsters verzameld. De bloedcontroles in het kader van het Atleet Biologisch Paspoort werden uitgevoerd in de sporten: atletiek, schaatsen, triatlon, wielrennen en zwemmen.

Mobiel dopingcontrolestation

In 2014 is het mobiel dopingcontrolestation veelvuldig gebruikt op locaties waar moeilijk een vast dopingcontrolestation is in te richten of daar waar dopingcontrolestations niet aan de gestelde criteria voldeden. Het mobiele station is onder meer ten behoeve van buitensporten als de motorsport, wielrennen, watersport, hippische sport, en triatlon ingezet. In de loop van 2014 is de vraag naar het mobiele station verder toegenomen en is er overgegaan tot de aanschaf van een verbeterd mobiel dopingcontrolestation waarbij eveneens de mogelijkheid van bloedafname is geïncorporeerd.

De bevindingen

In 2014 zijn 131 dossiers met afwijkende (analytische en niet-analytische) bevindingen bij de Dopingautoriteit geregistreerd. In 130 gevallen werden er afwijkende A-delen van urinemonsters geconstateerd en eenmaal betrof het een niet analytische bevinding.
Het aantal afwijkende bevindingen (inclusief de niet analytische bevindingen) is met 131 dossiers op de 2.483 uitgevoerde dopingcontroles 5,3%. In vergelijk met het aantal urinecontroles is dit 5,5%. Het percentage is 1,7% hoger dan het percentage over 2013 (3,6%).

Tabel 4 Aantal bevindingen t.o.v. aantal dopingcontroles
2014 2.483 5,3%
2013 2.490 3,6%
2012 2.544 3,2%
2011 2.593 4,4%
2010 2.805 3,0%
2009 2.636 2,8%
2008 2.667 2,7%
2007 2.729 3,7%
2006 2.825 4,8%
2005 3.052 4,0%
2004 2.848 1,9%

Dossiers waarvoor specifiek vervolgonderzoek nodig was

Van de 130 dossiers met afwijkende A-delen van urinemonsters gaat het bij 113 dossiers om atypische bevindingen waarvoor specifiek vervolgonderzoek nodig is om vast te (kunnen) stellen of er sprake is van een mogelijke dopingovertreding. Het betreft hier 87% van de afwijkende A-delen.
110 maal betroffen het zaken waarin (uitsluitend) een testosteron/epitestosteron ratio groter dan 4 werd geconstateerd. Additioneel ging het in 3 gevallen om een afwijkend steroïd profiel.
De Dopingautoriteit heeft in 2014 in nagenoeg al deze gevallen de isotopenratio massaspectrometrie analyse (IRMS) geïnitieerd en/of aanvullende dopingcontroles uitgevoerd. In geen van deze 113 gevallen toonde het vervolgonderzoek aan dat het atypische resultaat door exogene factoren veroorzaakt werd. Deze resultaten werden door de Dopingautoriteit als niet belastend afgegeven.

Dossiers die gesloten werden i.v.m. verstrekte medische dispensatie

In drie gevallen bleek dat voorafgaand aan de controle reeds een medische dispensatie was verleend voor het therapeutische gebruik van de aangetroffen dopinggeduide stof. Deze dossiers konden gesloten worden en zijn derhalve niet aanhangig gemaakt bij de desbetreffende sportbond.
In twee gevallen is, voordat het bindende resultaat door de Dopingautoriteit aan de bond gemeld werd, door de GDS-commissie alsnog een medische dispensatie verleend voor het gebruik van de geconstateerde stof (de betreffende sporters waren niet opgenomen in de Nationale Testing Pool van de Dopingautoriteit). Deze dossiers konden derhalve alsnog gesloten worden en zijn eveneens niet aanhangig gemaakt bij de desbetreffende sportbond.
Drie maal is er een stof aangetroffen die afhankelijk van de toedieningswijze of samenstelling van het geneesmiddel reglementair is toegestaan of niet; alle keren was het gebruik in overeenstemming met een toegestane toedieningswijze en hadden de betrokken sporters het middel ook op het dopingcontroleformulier gezet. Ook deze resultaten zijn door de Dopingautoriteit als negatief afgegeven.

Tabel 5 Belastende analyseresultaten in 2014 onderbouwd door een medische dispensatie en/of door de Dopingautoriteit gesloten; stand van zaken bij het afsluiten van het jaarverslag
Sport bevinding/stof aantal afhandeling door sportorganisatie
Gymnastiek methylfenidaat, metaboliet van methylfenidaat 1 achteraf medische dispensatie afgegeven (niet TP), dossier gesloten
Judo insuline 1 medische dispensatie aanwezig, dossier gesloten
Rollersports morfine 1 bevinding is in overeenstemming met toegestane gebruik van codeïne, dossier gesloten
Schaatsen methylfenidaat, metaboliet van methylfenidaat 1 medische dispensatie aanwezig, dossier gesloten
Triatlon metaboliet van budesonide 1 gebruik in overeenstemming met toegestane toedieningswijze, dossier gesloten
Triatlon clomifeen 1 achteraf medische dispensatie afgegeven (niet TP), dossier gesloten
Wielrennen Prednisolon, prednison 1 gebruik in overeenstemming met toegestane toedieningswijze, dossier gesloten
Zwemmen methylfenidaat, metaboliet van methylfenidaat 1 medische dispensatie aanwezig, dossier gesloten

* Betreft een Nederlandse sport(st)er welke gecontroleerd is in het buitenland en waarvan het resultaatmanagement in 2014 is overgedragen aan de Dopingautoriteit

Indeling volgens WADA Prohibited list

Bij de stoffenindeling op groepsniveau conform de WADA Prohibited list 2014 werd over de voornoemde 130 afwijkende A-delen van urinemonsters in totaal 135 maal een stof, een verhoogde T/E waarde, dan wel een atypisch steroïd profiel aangetroffen.
Drie urinemonsters bevatten (afbraakproducten van) twee dopinggeduide stoffen en 1 monster bevatte afbraakproducten van drie dopinggeduide stoffen.
In 121 van de 135 gevallen waren er bevindingen in de categorie anabole middelen. Vijf maal betrof het stimulantia en een maal werd er (een afbraakproduct van) cannabis aangetroffen. Dit is een verdere daling ten opzichte van 2013.
Het percentage in de categorie anabole middelen steeg in 2014 met 45%. Deze toename wordt grotendeels veroorzaakt door een aanzienlijk hoger aantal urinemonsters met een T/E ratio groter dan 4 of met een atypisch steroïd profiel.

Tabel 6 Aangetroffen stoffen en initieel afwijkende bevindingen
  2013 2014
Anabole middelen
(T/E-ratio >4)
(Atypische steroïdprofiel)
(aangetroffen middelen)
68
(48)
(13)
(7)
121
(112)
(3)
(6)
Peptide hormonen, groeifactoren en verwante stoffen 2 0
Narcotica 1 1
Hormoon- en metabole modulatoren 1 2
Diuretica / maskerende middelen 1 1
Stimulantia 12 5
Cannabinoïden 2 1
Glucocorticosteroïden 5 4
Bètablokkers 1 0
Totaal 93 135

Aanhangig gemaakte zaken

De Dopingautoriteit heeft in 2014 10 zaken in 6 verschillende sporten aanhangig gemaakt omdat deze mogelijk in strijd waren met de reglementen van de betreffende bond. 2 bevindingen betroffen dezelfde betrokkene en zijn uiteindelijk als 1 overtreding behandeld door de tuchtcommissie. Het betrof in totaal 9 verschillende personen (6 mannen en 3 vrouwen). . Atletiek was met 4 zaken het meest vertegenwoordigd.
In een van de 10 gevallen is door de GDS-commissie alsnog een medische dispensatie verleend voor het gebruik van de geconstateerde stof. De betreffende sportbond is geadviseerd dat hiermee volgens de Dopingautoriteit de grond voor vervolging in de zaak is komen te vervallen.
In een geval betrof het een resultaat van een (door de Dopingautoriteit) in Nederland uitgevoerde dopingcontrole bij een buitenlandse atleet onder internationale anti-dopingregelgeving. Het resultaatmanagement van deze controle is door de Dopingautoriteit aan de betreffende internationale federatie ter afhandeling overgedragen. Het aantal aangedragen zaken verricht op Nederlands grondgebied, door de Dopingautoriteit en vallend onder het nationale programma bedraagt 0,5% (8 zaken onder nationale anti-dopingregelgeving op 1.764 dopingcontroles ten behoeve van het nationale programma). Dit percentage ligt onder het geformuleerde streven voor 2014 van maximaal 1% positieve gevallen bij Nederlandse sporters.

Tabel 7 Belastende analyse resultaten en niet analytische bevindingen in 2014; stand van zaken bij het afsluiten van het jaarverslag
Sport bevinding/stof aantal
Atletiek T/E-ratio >4, GC/C/IRMS resultaten zijn in overeenstemming zijn met aanwezigheid van (een) exogene steroïde(n) 1
Atletiek GC/C/IRMS resultaten zijn in overeenstemming zijn met aanwezigheid van (een) exogene steroïde(n) 1
Atletiek triamcinolonacetonide 1
Atletiek T/E-ratio >4, GC/C/IRMS resultaten zijn in overeenstemming zijn met aanwezigheid van (een) exogene steroïde(n) 1
Autosport hydrochloorthiazide, metabolieten van hydrochloorthiazide 1
Boksen (poging tot) gebrekkige medewerking 1
Crossfit methylhexanamine 1
Krachtsport methylhexanamine 1
Krachtsport metaboliet van nandrolon (of een prohormoon van nandrolon), metaboliet van stanozolol, GC/C/IRMS resultaten zijn in overeenstemming zijn met aanwezigheid van (een) exogene steroïde(n) 1
Rollersports metaboliet van cannabis 1
Totaal   10