Implementatie 2015 Code

In november 2013 heeft het Wereld Anti-Doping Agentschap (WADA) de 2015 versie van de World Anti-Doping Code vastgesteld. Deze Code is op 1 januari 2015 in werking getreden. Het afgelopen jaar heeft dan ook vooral in het teken gestaan van de implementatie van de herziene Code. Aangezien de Code op een aantal punten fundamenteel is aangepast, is een volledig nieuw Nationaal Dopingreglement (NDR) ontwikkeld. Dit NDR incorporeert alle verplichte elementen uit de 2015 Code. Ook de bij het NDR behorende bijlagen zijn volledig vernieuwd.
Na afronding van het NDR is een tweetal trajecten gestart.
Het eerste traject betrof het proces van voorlegging van het NDR aan WADA en toetsing door WADA of het NDR volledig in lijn is met de Code. Dit traject resulteerde in een door WADA goedgekeurd reglement dat als basis gaat dienen voor de implementatie van het mondiale antidopingbeleid in Nederland. Het tweede traject betrof de vaststelling door de topsportbonden en het ISR van het NDR. In dit tweede traject is nauw samengewerkt met NOC*NSF. Ultimo 2014 had het ISR en hadden alle bonden – met één uitzondering – het NDR vastgesteld.

Bijdragen in dopingzaken

De Dopingautoriteit is volgens het NDR betrokken bij de tuchtrechtelijke behandeling van dopingzaken. Een van de activiteiten van de Dopingautoriteit in dit kader betreft het nemen van conclusies in dopingzaken. De bevoegdheid van de Dopingautoriteit tot het nemen van dergelijke conclusies is verankerd in de dopingreglementen van alle topsportbonden, alsmede van het ISR.
Deze conclusies geven in een voorliggende dopingzaak het oordeel van de Dopingautoriteit weer inzake de relevante bepalingen uit het Dopingreglement, de International Standards, het dossier, alsmede de gevoerde weren. Het nemen van conclusies stelt de Dopingautoriteit in staat voor tuchtcommissies het juridische kader te schetsen, cruciale bepalingen uit het Dopingreglement en/of International Standards te bespreken, alsmede te reageren op het door de sporter of andere persoon gevoerde verweer. Daarnaast was de Dopingautoriteit in 2014 nauw betrokken bij de juridische voorbereiding en afhandeling van verschillende buitenlandse c.q. internationale tuchtprocedures. Die betrokkenheid was veelvormig, en bestond o.a. uit het verstrekken van juridisch advies aan buitenlandse collega’s, uit het opbouwen van (deel)dossiers ter afhandeling door niet-Nederlandse tuchtcolleges, en uit het overdragen van dossiers aan de juiste tuchtcolleges.

Beroep bij het CAS

Waar WADA toeziet op de mondiale implementatie, toepassing en naleving van de World Anti-Doping Code, ziet de Dopingautoriteit toe op de implementatie, toepassing en naleving van het NDR. De Dopingautoriteit ontvangt in dit verband de uitspraken van tuchtcolleges in dopingzaken, en kan – daar waar een uitspraak niet in lijn is met het NDR – beroep instellen.
Indien de Dopingautoriteit na een uitspraak in een dopingzaak in beroep concludeert, dat het NDR niet correct is toegepast, kan de Dopingautoriteit beroep instellen bij het Court of Arbitration for Sport (CAS), te Lausanne (Zwitserland). Het CAS fungeert als laatste (en dus hoogste) beroepsorgaan voor dopingzaken in de sport. De Dopingautoriteit heeft in 2014 eenmaal beroep ingesteld bij het CAS. De uitspraak van het CAS is nog niet bekend. In 2014 heeft geen enkele andere partij tegen een uitspraak van een Nederlands tuchtcollege beroep ingesteld bij het CAS.

CIRC

De Cycling Independent Reform Commission (CIRC) is een door de internationale wielrenunie UCI ingestelde commissie om onderzoek te doen naar de dopingproblemen in de wielersport, en de rol die de UCI hierin heeft gespeeld. De Dopingautoriteit heeft nauw met de CIRC samengewerkt, onder andere in het kader van het onderzoek of bepaalde personen binnen de UCI een (actieve) rol hebben gespeeld bij het verdoezelen van dopinggebruik door Lance Armstrong.

Voorbereiding Dopingwetgeving

In 2014 kwam in ons land de voorbereiding van specifieke dopingwetgeving in een stroomversnelling. Op 2 juli zegde de Minister van VWS aan de Kamer toe dat zij de Kamer schriftelijk zou informeren over haar voornemens ten aanzien van deze wetgeving, en op 1 december ging de betreffende brief naar de Kamer. In de tussenliggende periode was sprake van nauw overleg met de Dopingautoriteit. In dat overleg werd duidelijk dat een aantal aspecten uit de herziene Code moest worden verwerkt in de geplande wet, en dat de Dopingautoriteit zelf zal worden omgevormd tot een Zelfstandig Bestuursorgaan (zbo). Eind van het jaar werden een Projectgroep en een Stuurgroep ingericht die het verdere wetgevingstraject gaan begeleiden, met een vertegenwoordiging van de Dopingautoriteit in beide groepen. Het is de bedoeling dat het wetsontwerp uiterlijk eind augustus 2015 naar de Kamer zal gaan.