Dopingovertredingen & tuchtrecht

De afdeling Juridische Zaken van de Dopingautoriteit vervult inzake mogelijke overtredingen van een dopingreglement een rol die vergelijkbaar is met die van het Openbaar Ministerie: zij is belast met alle juridische aspecten die behoren bij het onderzoeken en afhandelen van dergelijke overtredingen. Als sprake is van een mogelijke dopingovertreding fungeert Juridische Zaken als officier van justitie: zij besluit over het aangaan van schikkingen, het seponeren van zaken, het doen van aangifte, draagt zorg voor het aanleveren van het bewijs en beoordeelt de zaak en de passende strafmaat.

Als zodanig is de afdeling Juridische Zaken van de Dopingautoriteit betrokken bij alle (juridische) aspecten van het onderzoek naar dopingovertredingen, de vervolging van dopingovertredingen en de tuchtrechtelijke behandeling van deze overtredingen. De bij deze activiteiten en processen behorende stappen en handelingen vloeien voort uit het Nationaal Dopingreglement, de World Anti-Doping Code en de verschillende bij deze Code horende ‘International Standards’.

De juridische activiteiten in een dopingzaak vangen normaliter aan zodra sprake is van een controleresultaat dat duidt op de mogelijke aanwezigheid van een dopinggeduide stof of methode in een bloed- of urinemonster van een sporter. De aanleiding kan echter ook het vermoeden van een andere dopingovertreding zijn: bijvoorbeeld een weigering, een poging tot manipulatie van de dopingcontrole of van het lichaamsmonster of van de manipulatie (lees: vervalsing) van bewijsmateriaal.

Als een mogelijke dopingovertreding niet wordt geschikt en niet wordt geseponeerd, volgt aangifte. Op de aangifte volgt het verweerschrift van de betrokken sporter of persoon. Als reactie op het verweerschrift neemt de Dopingautoriteit een schriftelijke conclusie. Door middel van deze conclusie geeft de Dopingautoriteit een toelichting op het dossier, op de relevante bepalingen uit het Nationaal Dopingreglement (NDR), het door de sporter of andere persoon gevoerde verweer, de feiten en omstandigheden van de zaak en de relevante (CAS) jurisprudentie.

In 2021 is een aantal reeds lang lopende complexe (tucht)procedures afgerond, hetzij via een schikking, hetzij via een sepot, hetzij door middel van een tuchtrechtelijke uitspraak. In enkele gevallen was sprake van een schikking, gecombineerd met een tuchtrechtelijke uitspraak.

Nadat de schriftelijke uitspraak van het bevoegde tuchtcollege is ontvangen, zal de Dopingautoriteit deze toetsen teneinde vast te stellen of de uitspraak voldoet aan de eisen van het Nationaal Dopingreglement en de Code. Dit wordt gedaan op grond van de in de Code vastgelegde taak van de Dopingautoriteit tot het bewaken van en toezicht houden op de correcte toepassing van de dopingregels. Het gaat hierbij niet alleen om nationale uitspraken. Ook uitspraken genomen door internationale sportfederaties of buitenlandse (nationale) dopingorganisaties inzake dopingovertredingen, begaan door Nederlandse sporters of buitenlandse sporters die voor een Nederlandse club uitkomen, worden gedeeld met de Dopingautoriteit, zodat deze uitspraken getoetst kunnen worden aan de Code.

Om dezelfde reden is de Dopingautoriteit verplicht alle schikkingen, sepots en tuchtrechtelijke uitspraken, en zelfs verleende medische dispensaties, te delen met WADA, de betreffende internationale federatie en (indien van toepassing) de buitenlandse Nationale Anti-Doping Organisatie (NADO). Op hun beurt hebben deze organisaties de bevoegdheid de in Nederland genomen beslissingen te toetsen aan de mondiale Code.

Bovengenoemde juridische activiteiten vinden plaats in het kader van het dopingcontroleproces, dat de Wet uitvoering antidopingbeleid (Wuab) definieert als het proces tot vaststelling van een mogelijke overtreding van een dopingreglement (d.w.z. niet alleen het Nationaal Dopingreglement). Er zijn hiernaast ook juridische werkzaamheden die plaatsvinden ten behoeve van het dopingcontroleproces, zonder daar daadwerkelijk zelf toe te behoren, of die plaatsvinden nadat het dopingcontroleproces is voltooid. Een voorbeeld van de eerstgenoemde activiteit is het informeren van sporters over de omstandigheid dat aan een begeleider (trainer, coach, arts, etc.) een dopingschorsing is opgelegd. In zo’n geval is het een sporter namelijk niet toegestaan met deze begeleider (samen) te werken, op straffe van het begaan van een dopingovertreding. Een voorbeeld van de laatstgenoemde juridische activiteit betreft het door een sporter of andere persoon niet-naleven van de voorwaarden van een wegens het begaan van een overtreding van het NDR opgelegde periode van uitsluiting. Indien een geschorste sporter gedurende de aan hem opgelegde periode van uitsluiting, participeert in een niet-toegestane activiteit en/of hoedanigheid, wordt hem een nieuwe periode van uitsluiting opgelegd, die gelijk is aan de oorspronkelijk schorsing. Deze nieuwe periode van uitsluiting kan worden gereduceerd, afhankelijk van de mate van schuld zijdens betrokkene en de andere omstandigheden van het geval. De Dopingautoriteit bepaalt of de sporter zijn schorsing niet heeft nageleefd, bepaalt de nieuwe periode van uitsluiting en beoordeelt of de sporter in aanmerking komt voor enige reductie van de nieuw op te leggen periode van uitsluiting. Tegen de beslissing van de Dopingautoriteit staat beroep open conform het NDR.

Nationaal Dopingreglement

Op 1 januari 2021 is de nieuwe World Anti-Doping Code (Code 2021) in werking getreden. Dat betekende allereest dat het NDR volledig moest worden herzien om deze in lijn te brengen met de nieuwe Code (en International Standards). Ten tweede betekende dit dat sport- en anti-dopingorganisaties hun dopingregels in overeenstemming met het nieuwe NDR moesten brengen.

In de loop van 2021 bleek dat WADA het aangepaste NDR op een aantal punten niet geheel conform de Code vond opgesteld. Dit betekende dat het NDR nogmaals ingrijpend moest worden aangepast, wat de Dopingautoriteit vervolgens heeft gedaan. Dit heeft geleid tot het oordeel van WADA dat het NDR in lijn is met de Code 2021.

Status tijdens schorsing

Naar aanleiding van de dopingschorsing van Andre Onana (doelman van Ajax) is een overzicht opgesteld van de status van een sporter die een periode van uitsluiting uitzit of een ordemaatregel opgelegd heeft gekregen. Het betreft een toelichting van welke activiteiten een geschorste sporter wel en niet mag doen tijdens deze periode van uitsluiting. Dit in overleg met WADA opgestelde document is op de website van de Dopingautoriteit gepubliceerd.

Wetswijziging

Een van de punten waar WADA de Nederlandse regels niet vond voldoen aan de Code 2021, betrof de positie van de Bezwaarcommissie Nationaal Dopingreglement (BND). Om volledig aan de Code te voldoen, zou deze commissie buiten de Dopingautoriteit gepositioneerd moeten worden, aldus WADA. Op dit punt is, in samenwerking met het ministerie van VWS, gekomen tot een reglementaire aanpassing van het NDR, de Bezwaarschriftenprocedure Dopingautoriteit en het Reglement BND.

Om te komen tot een toekomstbestendige oplossing is verder besloten tot een wijziging van de Wet uitvoering antidopingbeleid (Wuab). De afdeling Juridische Zaken heeft samen met het ministerie van VWS gewerkt aan het opstellen van het wetsvoorstel, alsmede de bijbehorende memorie van toelichting, en geparticipeerd in de overleggen met WADA over de voorstel. Tevens heeft het ministerie van VWS de Dopingautoriteit (Juridische Zaken) gevraagd een uitvoeringstoets van het wetsvoorstel uit te voeren.

Herzieningsverzoeken

De Code 2021 bevat op een aantal punten de mogelijkheid om lagere straffen op te leggen dan op grond van de huidige dopingregels mogelijk is. Sporters die op basis van de nieuwe Code recht zouden hebben gehad op een lichtere straf, hebben de mogelijkheid om herziening aan te vragen van de schorsing die hen op basis van de huidige Code is opgelegd. Hiertoe heeft de Dopingautoriteit een Reglement Herzieningsverzoeken Overgangsbepalingen World Anti-Doping Code 2021 opgesteld. Meerdere sporters hebben reeds in 2020 van deze reglementaire mogelijkheid gebruik gemaakt en herziening van hun straf aangevraagd. In 2021 is nog één herzieningsverzoek bij de Dopingautoriteit ingediend.

Olympische Overeenkomst

NOC*NSF stelt voor iedere Olympische Spelen overeenkomsten op voor zowel de topsporters als voor de begeleiders. In deze overeenkomsten is ook specifiek een artikel over doping opgenomen. De Dopingautoriteit heeft de Overeenkomst Topsporter en de Overeenkomst Begeleider (voor zowel de Olympische als de Paralympische Spelen) aangepast en in lijn gebracht met de Code 2021.

Structurele activiteiten en werkzaamheden

In 2021 behoorden tot de structurele juridische werkzaamheden ook het verlenen van algemene juridische dienstverlening en ondersteuning binnen de organisatie. Het ging hierbij om het opstellen, beoordelen en/of herzien van contracten, brieven, (beleids)notities, reglementen en advisering ten behoeve van de verschillende afdelingen van de Dopingautoriteit, alsook de voorzitter.

Tot de structurele activiteiten behoorden in 2021 verder het verlenen van toelichting en advisering aan sportbonden, en in diverse gevallen ook sporters (en hun begeleiders), inzake de inhoud, werking en toepassing van het Dopingreglement.

Wet openbaarheid van bestuur (Wob)

De Dopingautoriteit heeft in 2021 één Wob-verzoek ontvangen.

Bezwaar en beroep in het kader van de Awb

Een van de gevolgen van het ontstaan van het zelfstandig bestuursorgaan (zbo) Dopingautoriteit is dat belanghebbenden op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het recht hebben op het instellen van bestuurlijk bezwaar tegen besluiten van de Dopingautoriteit. Daarna is er desgewenst nog de mogelijkheid beroep in te stellen bij de bestuursrechter.

De Dopingautoriteit heeft in 2021 één tegen een besluit van de Dopingautoriteit ingesteld bezwaar conform de Awb ontvangen. Tegen het besluit van de Dopingautoriteit op dit bezwaar is geen beroep ingesteld bij de bestuursrechter.

Privacy

Alle naar aanleiding van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) opgestelde documenten (privacybeleid, privacyreglement, privacystatement Dopingautoriteit en de Regeling rechten betrokkenen persoonsgegevens) zijn in 2021 geëvalueerd en waar nodig geüpdatet. In 2021 heeft de Dopingautoriteit in totaal twee datalekken geregistreerd. In geen van deze gevallen bestond er een meldingsplicht bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP).

Beleid, regelingen en reglementen i.v.m. zbo-status

Er zijn verschillende regelingen en reglementen herzien.