Algemeen

Naast de uitvoering van het dopingcontroleproces kan ook het verzamelen en onderzoeken van informatie tot bewijs over dopinggebruik leiden. De Dopingautoriteit doet op basis van artikel 5 van de Wuab en artikel 20 van het Nationaal Dopingreglement onderzoek naar mogelijke dopingzaken in binnen- en buitenland.
Naast het analytische bewijs voor dopinggebruik is het verzamelen en onderzoeken van informatie het belangrijkste middel ter opsporing van bepaalde andere (belangrijke) overtredingen zoals handel en verstrekking.

In de World Anti-Doping Code en de in 2021 van kracht geworden herziene International Standard for Testing and Investigations (ISTI) wordt Intelligence & Investigations nadrukkelijk genoemd als middel om de dopingproblematiek aan te pakken.

Om meer zicht te krijgen op de omvang van die problematiek en om goed onderbouwde keuzes te kunnen maken met betrekking tot de aanpak en opsporing van dopingovertredingen wordt er in navolging van veel opsporingsdiensten binnen de Dopingautoriteit steeds meer informatie-gestuurd gewerkt.

Binnen de afdeling Handhaving en Opsporing van de Dopingautoriteit was in 2021 een Intelligence Officer en een dataspecialist werkzaam. De werkzaamheden van de Intelligence Officer bestonden onder andere uit het verzamelen van informatie in het kader van onderzoeken naar dopingovertredingen, het opstellen van rapportages, het afnemen van interviews en verklaringen, het verzorgen en verwerken van vertrouwelijke gegevens in een geautomatiseerd systeem en het ontwikkelen van procedures en protocollen. De werkzaamheden van de dataspecialist bestonden voornamelijk uit de collectie en analyse van data gerelateerd aan sporters en beschikbare data in bestaande (mondiale) systemen.

Door informatie-gestuurd te werken kan de Dopingautoriteit haar handhavings- en opsporingstaak effectiever uitvoeren. Hiervoor dient zorgvuldig het informatieproces - dat uit de vier stappen bestaat: verzamelen, vastleggen, veredelen en analyseren - doorlopen te worden. Een groot deel van de relevante informatie wordt verzameld bij de dopingcontroles. Informatie zoals waarnemingen en bevindingen van DCO’s en andere medewerkers van de Dopingautoriteit worden vastgelegd in beveiligde systemen.
De gegevens worden waar nodig veredeld en vervolgens geïnterpreteerd om daarna gecombineerd te worden met bestaande informatie en (wetenschappelijke) gegevens. De inzichten die hierbij ontstaan worden door de afdeling Handhaving & Opsporing gebruikt ten behoeve van:

  • de inschatting van het dopingrisico bij de verschillende sporten en disciplines
  • de planning van dopingcontroles binnen en buiten wedstrijdverband;
  • de opsporing van overtredingen van het dopingreglement;
  • tuchtprocedures;
  • meldingen;
  • eigen waarnemingen en de aanvullingen op bestaande dossiers, niet zijnde tuchtprocedures.

Na het opstarten van de sport in Nederland, in het 2e kwartaal 2021, is de stroom van (open bron) gegevens weer op het oude niveau gekomen. Zo is er informatie vergaard afkomstig uit mediaberichten, overige open bronnen, bevindingen van DCO’s, opvallende performance van de sporter. Tevens zijn deelnemerslijsten van sportwedstrijden/ evenementen beoordeeld om zo meer gerichte controles uit te kunnen voeren. Ook ter voorbereiding op de Olympische en Paralympische Zomerspelen in Tokyo en ter voorbereiding op de 2022 Olympische Winterspelen is informatie ontsloten. Het afgelopen jaar kwam de intelligence officer, via open bronnen, regelmatig (Olympische) sporters tegen die in het buitenland verbleven. Na onderzoek bleek dat deze informatie niet correspondeerde met de door de sporter opgegeven verblijfslocatie. Alle vergaarde informatie werd gedeeld met de relevante medewerkers teneinde mens en middelen optimaal in te kunnen blijven zetten.

Het informatie-gestuurd werken in al zijn facetten is nog volop in ontwikkeling (zowel in Nederland als elders). Het afgelopen jaar is onder meer geïnvesteerd in het verder ontwikkelen van informatiesystemen, de uitbreiding van de technische middelen, het uitwerken van procedures en een het vergroten van het netwerk van partners in de antidopingwereld.

De Dopingautoriteit heeft in 2021 met de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens een overeenkomst gesloten teneinde aangesloten te worden op de Basisregistratie personen (BRP).

Ontvangen meldingen

Bezoekers van de website www.dopingautoriteit.nl/meldpunt kunnen meldingen doen over mogelijke dopingovertredingen. Ook kunnen zij via de link informatie verkrijgen over de manier waarop en waarover er melding gedaan kan worden. Melders kunnen onder meer een webformulier invullen en desgewenst volledig anoniem melden. Er zijn vergaande technische voorzieningen getroffen waardoor de anonimiteit maximaal gewaarborgd is.
Mede hierdoor voldoet de Dopingautoriteit ook aan de gestelde eisen zoals beschreven in de WADA Code – Klokkenluidersregeling.

Ten gevolge van de COVID-pandemie was in het eerste kwartaal van 2021 is het aantal meldingen gedaald. Na de lockdown was er weer een stijging te zien in de aantal meldingen, waarbij uiteindelijk meer meldingen zijn binnengekomen dan het voorgaande jaar ondanks COVID-golf aan het einde van het jaar.

In 2021 werd er bij de Dopingautoriteit 21 maal melding gedaan door externen, (exclusief ketenpartners), over mogelijke dopingovertredingen via één van de mogelijkheden van het meldpunt doping. Dit is een stijging ten opzichte van 2020[1]. De inhoud van de meldingen varieert van dopinggebruik tot aan dopinghandel en betreft 8 verschillende sporten[2].

De meldingen kwamen via de website, mondeling, telefonisch, per WhatsApp en per e-mail bij ons binnen. In 10 gevallen betrof het vermoedens van dopinggebruik[3], in geen geval was het vermoeden van het faciliteren van dopinggebruik[4], in 3 gevallen het vermoeden van handel in doping[5] en in 3 gevallen betrof het een melding betreffende gedrag dat geen dopingovertreding[6] vormt (zoals het gebruik van drugs buiten wedstrijdverband zonder de intentie de sportprestatie te verbeteren). Er zijn daarnaast 5 gevallen die niet in bovenstaande categorieën vallen. Dit gaat bijvoorbeeld om meldingen over websites die illegale medicijnen verkopen of meldingen naar aanleiding van mediaberichten. Naast voornoemde externe meldingen heeft de Dopingautoriteit eveneens 15 meldingen via interne bronnen ontvangen. Dit betreffen meldingen en/of informatie die via collega’s tot de Intelligence Officer zijn gekomen.

Alle meldingen werden door de Intelligence Officer onderzocht en de resultaten van dergelijke onderzoeken werden besproken in het “zaken in onderzoek” overleg binnen de afdeling Handhaving & Opsporing. Op basis van dit overleg werd – voor zover relevant - per geval een teststrategie uitgestippeld, en werden accenten gelegd omtrent verdere informatie vergaring. In 2021 hebben de meldingen ook geleid tot een doping overtreding.

Samenwerking met overheidsdiensten en collega-antidoping organisaties

Anders dan bij het dopingcontroleproces is de Dopingautoriteit bij de uitvoering van een deel de wettelijke taak zoals vermeld in artikel 5 van de Wuab afhankelijk van de medewerking van andere organisaties dan sportorganisaties, in het bijzonder van die van opsporings- en handhavingsorganisaties van de overheid. Het ontwikkelingen en uitbouwen van een goede samenwerking met deze organisaties is dan ook van groot belang[7]. Hierbij gaat het om verstrekken en ontvangen van informatie.

Desamenwerking met ketenpartners als Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), NVWA-IOD, Politie, FIOD, Douane is onder meer vastgelegd in samenwerkingsprotocollen. In 2021 is er een bijlage 6 toegevoegd aan het "Convenant inzake de samenwerking tussen het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en het Ministerie van Financiën bij de uitvoering van wettelijke taken op het beleidsterrein van het Ministerie van VWS door de Douane". Hierdoor is het mogelijk om specifieke informatie te delen tussen de Douane en de Dopingautoriteit zodat trends inzichtelijk kunnen worden en/of welke stoffen/(doping)middelen worden aangetroffen.

In de samenwerking tussen de overheidsdiensten blijft het delen van informatie met de Dopingautoriteit een uitdaging. Dit ten gevolge van verschillende wettelijke kaders zoals de wet op de politiegegevens. In 2021 is vanuit de opsporingsinstanties een toenemende vraag naar expertise over doping waar te nemen. De Dopingautoriteit het afgelopen jaar opgenomen in de database van de Landelijke Deskundigheidsmakelaar (LDM) van de Nationale Politie om zodoende eveneens op deze wijze expertise aan te leveren binnen (landelijke) onderzoeken gelieerd aan dopinggeduide middelen. De Dopingautoriteit blijft nadrukkelijk streven naar een steeds nauwere samenwerking met opsporings- en handhavingsinstanties. Met buitenlandse antidopingorganisaties wordt informatie in beide richtingen efficiënt gedeeld. Ook is er ondersteuning bij lopende onderzoeken.

De door de Dopingautoriteit verstrekte intelligence en investigations informatie wordt voorzien van een internationaal gebruikte classificatie waarbij een oordeel wordt geveld over de betrouwbaarheid van de informatie en de betrouwbaarheid van de bron van de informatie. In 2021 is informatie verstrekt aan onder andere de NVWA-IOD en de Koninklijke Marechaussee maar ook aan de collega-anti-dopingorganisaties zoals United States Anti-Doping (USADA), NADO Vlaanderen en verschillende Internationale Federaties.

  1. 2020: aantal meldingen (inclusief ketenpartners): 17
  2. 2020: aantal sporten: 14
  3. 2020: aantal 10
  4. 2020: aantal 5
  5. 2020: aantal 5
  6. 2020: aantal 1
  7. De Dopingautoriteit kan zonder medewerking van andere organisaties alleen informatie verzamelen en verwerken die afkomstig is uit verrichte dopingcontroles, open bronnen, of die via meldingen onder de aandacht van de Dopingautoriteit gebracht wordt.