U ziet op uw beeldscherm het achtste Jaarverslag van de stichting Anti-Doping Autoriteit Nederland. Dit is het derde Jaarverslag dat wij uitsluitend in digitale vorm beschikbaar stellen.

Het jaar 2013 was het jaar waarin, vooral naar aanleiding van de veroordeling van de Amerikaanse wielrenner Lance Armstrong, zich zowel bij pers als publiek een verandering in de houding tegenover het antidopingbeleid aftekende. De Dopingautoriteit startte een betrekkelijk grootschalig onderzoek, enerzijds gericht op het vaststellen en tuchtrechtelijk (laten) afhandelen van dopingovertredingen, en anderzijds gericht op ‘het leren van het verleden om herhaling te voorkomen’. Dankzij de samenwerking met onze collega’s van o.a. USADA, en Anti-Doping Danmark kreeg het onderzoek al snel een internationaal karakter. Los van onze inspanningen deed de Commissie Anti-Doping Aanpak, onder voorzitterschap van oud-minister Winnie Sorgdrager, onderzoek naar de dopingcultuur in het Nederlandse wielrennen.

Gezien het aantal perscontacten in heel 2013 lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat deze ontwikkelingen van blijvende invloed zijn op de positie en ‘zichtbaarheid’ van de Dopingautoriteit. Het is niet langer mogelijk op alle vragen om informatie en commentaar in te gaan. Desalniettemin leidden de vele mediacontacten tot een zeer groot aantal publicaties en uitzendingen waarin door de Dopingautoriteit verstrekte informatie en ingenomen standpunten werden verwerkt.

Dankzij al deze ontwikkelingen kwamen ook steeds vaker vragen naar voren over de beperkte middelen en bevoegdheden waarover de Dopingautoriteit kan beschikken bij de uitvoering van haar taken. Nadat eind 2012 in de Tweede Kamer al een motie werd aangenomen die o.a. beoogde om rondom dopingvraagstukken de afstemming tussen de verschillende ministeries te verbeteren, kwamen eind 2013 dezelfde vraagstukken opnieuw aan de orde in het Wetgevingsoverleg sport. Met als gevolg dat de eenmalige extra projectsubsidie van 200.000 Euro die we voor 2013 ontvingen, vanaf 2014 is omgezet tot een structureel onderdeel van onze instellingssubsidie. Mede dankzij deze aanvullende financiering zullen wij naar verwachting beter in staat zijn om ook zeer complexe zaken tot een goed einde te brengen.

Op basis van in een ver verleden gemaakte afspraken worden de door de Dopingautoriteit uitgevoerde urinecontroles niet gefinancierd uit VWS-subsidies, maar uit de Lotto-gelden. In 2013 werd een nieuw vierjarig Lotto-bestedingsplan van kracht, waarin de bijdrage aan de Dopingautoriteit verhoogd werd. Op basis van de beschikbare financiële middelen werd de target voor 2013 gehandhaafd op 1.800 dopingcontroles. Uiteindelijk werden er 1.910 dopingcontroles als onderdeel van het Nationale Programma gerealiseerd, inclusief 61 bloedcontroles die uit VWS-gelden gefinancierd werden.

Dankzij twee door het ministerie van VWS verstrekte meerjarige projectsubsidies heeft de Dopingautoriteit in 2013 opnieuw voortgang kunnen boeken met een promotieonderzoek naar de effectiviteit van het mondiale antidopingbeleid, en met een kennismanagement-project dat steeds grotere hoeveelheden dopinggerelateerde informatie toegankelijk maakt voor het publiek. Over beide projecten zal aan het einde van de looptijd (2014) verslag gedaan worden.

Ondanks het onverminderd grote spanningsveld tussen de taken waarvoor de organisatie staat en de middelen die daarvoor beschikbaar zijn, menen wij ook in 2013 weer een belangrijke bijdrage geleverd te hebben aan de strijd tegen doping in de sport. Wij hopen dat u dat na lezing van het Jaarverslag met ons eens bent.