Bijdragen in dopingzaken

Een van de structurele activiteiten van de Dopingautoriteit betreft het nemen van conclusies in dopingzaken. Het nemen van dergelijke conclusies is een recht dat is verankerd in de dopingreglementen van alle topsportbonden. De door de Dopingautoriteit te nemen conclusies geven het oordeel van de Dopingautoriteit weer inzake de relevante bepalingen uit het Dopingreglement, de International Standards, het dossier, alsmede de gevoerde verweren. Het nemen van dergelijke conclusies stelt de Dopingautoriteit in staat voor tuchtcommissies het juridische kader te schetsen, cruciale bepalingen uit het Dopingreglement en/of International Standards te bespreken, alsmede te reageren op het verweer van de betreffende sporter (al dan niet aan de hand van (CAS) jurisprudentie).
In alle dopingzaken die in 2013 door tuchtcolleges in Nederland in behandeling werden genomen nam de Dopingautoriteit schriftelijk conclusie en werden de hoorzittingen bijgewoond. In enkele zaken werd beroep aangetekend. Daarnaast vervulde de Dopingautoriteit een adviserende rol in verschillende (internationale) zaken waarbij de Dopingautoriteit zelf niet als partij betrokken was.

Toezicht WADA

Het Wereld Anti-Doping Agentschap (WADA) ziet toe op de mondiale implementatie, toepassing en naleving van de World Anti-Doping Code. Een van de instrumenten die WADA daarvoor gebruikt is het monitoren van de afhandeling van positieve controleresultaten. WADA ontvangt van alle WADA-geaccrediteerde laboratoria de uitslagen van de mondiaal uitgevoerde dopingcontroles. Deze rapportages geschieden op anonieme basis, aangezien de laboratoria niet beschikken over de namen van de gecontroleerde sporters. De door de laboratoria gerapporteerde uitslagen stellen WADA in staat bij Internationale Federaties, Nationale Anti-Doping Organisaties (NADOs) en organisatoren van wedstrijden en evenementen te informeren wat er met deze controleresultaten is gedaan. Met andere woorden, hebben deze geleid tot het instellen van vervolging, het schrappen van wedstrijdresultaten enzovoorts.
Voor Nederland wil dit zeggen dat WADA bij positieve uitslagen van dopingcontroles de Dopingautoriteit verzoekt aan te geven of, en zo ja welke, een sanctie is opgelegd. WADA beoordeelt vervolgens of meer informatie gewenst is om vast te stellen of in het betreffende geval de Code correct is toegepast en nageleefd. In zaken waarover in dat opzicht twijfels ontstonden, was soms sprake van zeer intensief overleg.

Beroep WADA bij CAS

Deze toetsing door WADA heeft in 2013 geleid tot het door WADA instellen van beroep bij het Court of Arbitration for Sport (CAS), te Lausanne (Zwitserland). Het CAS fungeert als laatste (en dus hoogste) beroepsorgaan voor dopingzaken in de sport. Nadat een Nederlandse dopingzaak in beroep had geleid tot een uitkomst waarin WADA zich niet kon vinden, kwam WADA van deze uitspraak in beroep bij het CAS.
In dat geval is formeel de sportbond de wederpartij. Edoch, in de praktijk is het natuurlijk de sporter die de gevolgen ondervindt van het ingestelde beroep. Naast de sporter en de bond heeft ook de Dopingautoriteit zich als partij in de procedure gemengd. De Dopingautoriteit is immers verantwoordelijk voor het opstellen en toepassen van de dopingregels in Nederland. Uiteindelijk heeft het CAS het beroep van WADA gedeeltelijk gegrond verklaard. Voor de Dopingautoriteit was van belang dat het CAS de door de Dopingautoriteit gehanteerde interpretatie van het Dopingreglement erkende.

Voorbereiding Dopingwet

In 2010 maakte de toenmalig staatssecretaris van VWS het voornemen bekend om tot nadere wetgeving te komen in de vorm van een Dopingwet. Naar verwachting zal het ontwerp van deze wet in 2014 aan de Kamer worden aangeboden, en ter voorbereiding daarvan is intensief overlegd met ambtenaren van de ministeries van VWS en V&J.