De controlepraktijk

Algemeen

In 2012 is verder invulling gegeven aan het antidopingbeleid van NOC*NSF zoals dat in 2007 in nauwe samenwerking met de Dopingautoriteit tot stand werd gebracht. Bij de dopingcontroles ligt het accent op de absolute top van de Nederlandse sport. 2012 was een Olympisch jaar, om welke reden intensivering heeft plaatsgevonden onder die sporten die deelnamen aan de Olympische en Paralympische Spelen te Londen. Daarnaast heeft de Dopingautoriteit meer gerichte controles in kunnen zetten op specifieke individuen en/of groepen met incidentele dopingcontroles op competitieniveau direct onder de absolute top. Het aantal vervolgonderzoeken en specifieke, aanvullende analyses nam verder toe. Veel aandacht is wederom besteed aan de zogeheten “whereabouts”. Een deel van de topsporters dient, indien zij behoren tot de Nationale of Internationale Testing Pool, een deel van de dagelijkse activiteiten kenbaar te maken aan de Dopingautoriteit of de Internationale Federatie. De gebruiksvriendelijkheid voor het opgeven van whereabouts door sporters nam verder toe door gebruik te maken van innovatieve technische mogelijkheden. Deze Nederlandse aanpak is de opmaat geweest naar mondiale standaardisatie.

Nationale testing pool (NTP)

Voortvloeiend uit de uitwerking van de World Anti-Doping Code (WADC) 2009 en de daarmee verbonden Internationale Standaarden heeft de Dopingautoriteit in 2009 een Nationale testing pool (NTP) ingericht. Sporters behorend tot de NTP dienen aan een aantal verplichtingen te voldoen. Zo dienen zij voor het gebruik van eventuele medicijnen vooraf een dispensatie bij de Geneesmiddelen Dispensatiecommissie Sporter Commissie (GDS-commissie) aan te vragen. Tevens dienen zij het hele jaar door hun whereabouts op te geven evenals een door de Dopingautoriteit georganiseerde voorlichting bij te wonen. In 2012 waren er 14 sportbonden met sporters in de NTP. Dit is een daling ten opzichte van 2011: toen was dit aantal 20. Het aantal sporters is ten opzichte van 2011 in dezelfde orde van grootte gebleven (430 sporters in 2012 versus 452 sporters in 2011 bij aanvang van het jaar). Ook in 2012 dienden sporters slechts bij één instantie whereabouts op te geven, hetzij bij de internationale federatie dan wel de Dopingautoriteit. Gaandeweg het jaar 2012 heeft de Dopingautoriteit van WADA leesbevoegdheden met betrekking tot whereabouts informatie van Nederlandse sporters in het mondiale whereabouts systeem ADAMS gekregen. Hierdoor is het mogelijk dat de Dopingautoriteit whereabouts informatie van Nederlandse sporters in kan zien waardoor de actualiteit van de voor de Dopingautoriteit beschikbare informatie beter gewaarborgd is.

De Dopingautoriteit heeft in 2012 - evenals vorig jaar – ook gebruik gemaakt van de informatie afkomstig van externe bronnen, zoals onder meer websites van nationale en internationale federaties, twitter en facebook. De door de Dopingautoriteit ontwikkelde whereabouts website verschafte zowel algemene als meer gedetailleerde informatie over sporters, teams en trainingslocaties.

Uitgevoerde controles - algemeen

De Dopingautoriteit voerde in 2012 voor de Nederlandse sport twee soorten dopingcontroles uit, namelijk controles in het kader van het Nationaal programma, en daarnaast dopingcontroles in opdracht en voor rekening van derden, waaronder het Wereld Anti-Doping Agentschap (WADA), Internationale Federaties (IFs), evenementorganisatoren en buitenlandse NADOs. Ook dopingcontroles na het behalen van officiële records, targetcontroles bij specifieke verdenkingen, en verschillende soorten vervolgonderzoeken vielen onder de verantwoordelijkheid van de Dopingautoriteit.

Niet alleen Nederlandse sporters werden in Nederland gecontroleerd, maar, eventueel in opdracht van andere NADOs, ook niet-Nederlandse sporters

Het Nationaal programma – de principes

Evenals voorgaande jaren hebben VWS en NOC*NSF voor 2012 een geldbedrag beschikbaar gesteld waaruit de kosten van de uitvoering van het Nationaal controleprogramma ten behoeve van de Nederlandse sportbonden voldaan kunnen worden. Ten gevolge van stijgende kosten van de uitvoering van dopingcontroles neemt het aantal dopingcontroles af. Het beschikbare budget maakte in 2012 een Nationaal programma van 1.800 controles mogelijk. In lijn met het NOC*NSF-beleid waren hiervan ca. 500 controles gereserveerd voor onder meer de uitvoering van zogenaamde targetcontroles, noodzakelijk vervolgonderzoek en voor dopingcontroles na het behalen van records en officiële limieten. Op basis van het met NOC*NSF geformuleerde antidopingbeleid heeft de Dopingautoriteit de overige 1.300 controles verdeeld over de sportbonden. Aan deze verdeling ligt een mathematisch verdeelmodel ten grondslag waarin onder meer internationale en nationale dopingincidentie-cijfers zijn meegenomen.

Het Nationaal programma – de uitvoering

In 2012 zijn 1.810 dopingcontroles als onderdeel van het Nationaal controleprogramma uitgevoerd. In alle gevallen betrof het urinecontroles.

De 1.810 dopingcontroles in het kader van het Nationaal controleprogramma vonden plaats bij 29 Olympische sportbonden en 16 niet-Olympische sportbonden, in de verhouding 80:20. Bij enkele niet dopinggevoelige sporten zijn geen dopingcontroles uitgevoerd.

Top 5 aantal dopingcontroles Nationaal controleprogramma

  1. 1 Wielrennen
  2. 2 Zwemmen
  3. 3 Schaatsen
  4. 4 Atletiek
  5. 5 Voetbal

Het percentage dopingcontroles buiten wedstrijdverband in het kader van het Nationale programma was 42%. Ten opzichte van 2011 is het percentage dopingcontroles buiten wedstrijdverband lichtelijk gedaald. Buiten het Nationale controleprogramma heeft de Dopingautoriteit in aanloop naar de Olympische en Paralympische Spelen in Londen nog een omvangrijk aanvullend testprogramma uitgevoerd voorafgaand aan de uitzending van de Nederlandse atleten naar Londen. Deze additioneel door NOC*NSF gefinancierde controles zijn opgenomen in het overzicht “dopingcontroles, uitgevoerd voor derden”.

Van het totaal van 1.810 contingentcontroles voor de sport in Nederland werden er 1.183 bij mannen uitgevoerd (65%) en 627 bij vrouwen (35%). Daarmee is de man-vrouw verdeling in 2012 wederom een afspiegeling van de Nederlandse sport[1].

Dopingcontroles, uitgevoerd voor derden

De Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) en de Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond (KNLTB) hebben buiten het nationale programma een additioneel dopingcontroleprogramma gefinancierd ten behoeve van de Nederlandse competitie. Verschillende Nederlandse bonden hebben additionele controles ingekocht ten behoeve van internationale evenementen in Nederland.

Op basis van opdrachten van derden zijn in totaal 734 dopingcontroles uitgevoerd. Een stijging van 17% ten opzichte van 2011.

De extra dopingcontroles waartoe Nederlandse en buitenlandse bonden en organisatoren opdracht gaven, waren voor het merendeel controles binnen wedstrijdverband (81%). Bij deze dopingcontroles werden 458 mannen en 276 vrouwen gecontroleerd.

Dopingcontroles - totaal

De controles, uitgevoerd als onderdeel van het Nationaal controleprogramma en de controles die in opdracht van derden werden uitgevoerd, vormen samen het totale dopingcontroleprogramma zoals uitgevoerd in 2012. In totaal zijn 2.544 dopingcontroles uitgevoerd. Het betroffen in alle gevallen urinecontroles: de Dopingautoriteit heeft in 2012 op eigen initiatief geen bloedcontroles uitgevoerd.

Tabel 1 Globaal overzicht uitgevoerde dopingcontroles in 2012.
Dopingcontroles uitgevoerd door de Dopingautoriteit    
Door de Dopingautoriteit uitgevoerd voor de Nederlandse sport, in het kader van het Nationaal controleprogramma   1.810
Door de Dopingautoriteit uitgevoerd voor buitenlandse sportorganisaties, en overige organisaties     734
Totaal uitgevoerd door de Dopingautoriteit   2.544
Aantal dopingcontroles 2012 2011
Nationaal programma 1.810 1.965
In opdracht van derden 734 628
Totaal 2.544 2.593

Top 5 totaal aantal dopingcontroles

  1. Wielrennen
  2. Schaatsen
  3. Voetbal
  4. Zwemmen
  5. Atletiek

Het totale aantal van 2.544 dopingcontroles voor de Nederlandse sport en sportorganisaties is een daling van 2% ten opzichte van 2011 (2.593 dopingcontroles).

Tabel 2 Overzicht van het aantal dopingcontroles uitgevoerd in 2012
Sport Uitgevoerd (contingent) Uitgevoerd (overige)
Atletiek 116 27
Autosport 0 0
Badminton 6 12
Basketbal 59 0
Biljart 21 0
Bobsleeën 14 0
Boksen 14 0
Bowling 8 0
Bridge 0 0
Cricket 12 0
Curling 5 0
Dammen 0 0
Dansen 12 0
Darts 8 8
Fitness en Hiphop 0 2
Frisbee 0 0
Gehandicaptensport 0 0
Go 0 0
Golf 12 1
Gymnastiek 42 0
Handbal 53 0
Handboogschieten 13 12
Hippische sport 17 16
Hockey 48 64
Honkbal en softbal 88 0
IJshockey 20 0
In- en outdoor bowls 0 0
Jeu de boules 0 0
Judo 63 0
Karate-do 13 0
Klim- en bergsport 13 0
Korfbal 35 2
Krachtsport 79 0
Luchtsport 0 0
Midgetgolf 0 0
Moderne en militaire vijfkamp 0 0
Motorsport 46 0
Onderwatersport 0 0
Oosterse gevechtskunsten 4 0
Racquetball 0 0
Redden van drenkelingen 7 1
Roeien 97 2
Rollersports en bandy 14 0
Rugby 36 0
Schaatsen 131 113
Schaken 0 0
Schermen 13 4
Schieten 21 1
Skiën 14 0
Squash 20 0
Taekwondo 15 0
Tafeltennis 10 8
Tennis 17 9
Triathlon 28 0
Voetbal 115 119
Volleybal 44 62
Waterskiën 8 9
Watersport 25 16
Wielrennen 237 164
Zwemmen 137 82
Tabel 3 Aantal in- en out-of-competition dopingcontroles in 2012
Sport In competition Out of competition
Atletiek 78 65
Autosport 0 0
Badminton 16 2
Basketbal 37 22
Biljart 21 0
Bobsleeën 0 14
Boksen 6 8
Bowling 8 0
Bridge 0 0
Cricket 12 0
Curling 0 5
Dammen 0 0
Dansen 12 0
Darts 12 4
Fitness en Hiphop 2 0
Frisbee 0 0
Gehandicaptensport 0 0
Go 0 0
Golf 12 1
Gymnastiek 12 30
Handbal 52 1
Handboogschieten 22 3
Hippische sport 12 21
Hockey 68 44
Honkbal en softbal 32 56
IJshockey 20 0
In- en outdoor bowls 0 0
Jeu de boules 0 0
Judo 24 39
Karate-do 8 5
Klim- en bergsport 12 1
Korfbal 28 9
Krachtsport 59 20
Luchtsport 0 0
Midgetgolf 0 0
Moderne en militaire vijfkamp 0 0
Motorsport 25 21
Onderwatersport 0 0
Oosterse gevechtskunsten 0 4
Racquetball 0 0
Redden van drenkelingen 6 2
Roeien 32 67
Rollersports en bandy 0 14
Rugby 24 12
Schaatsen 197 47
Schaken 0 0
Schermen 10 7
Schieten 21 1
Skiën 0 14
Squash 20 0
Taekwondo 13 2
Tafeltennis 8 10
Tennis 14 12
Triathlon 24 4
Voetbal 114 120
Volleybal 88 18
Waterskiën 17 0
Watersport 16 25
Wielrennen 301 100
Zwemmen 158 61

Dopingcontroles die geen doorgang konden vinden

In 2012 heeft in totaal in 130 gevallen een dopingcontrole geen doorgang kunnen vinden.

Het gaat hierbij in de meeste gevallen om:

  1. de keren dat een Dopingcontroleofficial (DCO) een opgegeven adres aandoet en de sport(st)er gedurende de uitgezette controleperiode afwezig was, dan wel dat deze niet (meer) op het adres woont (bij dopingcontroles zonder whereabouts informatie).
  2. de keren dat een DCO een (centrale) training of wedstrijd aandoet en deze training of wedstrijd bleek te zijn afgelast of verplaatst zonder dat de Dopingautoriteit hierover vooraf was geïnformeerd.
  3. de keren dat vooraf opgegeven sport(st)ers/selecties afwezig zijn op evenementen, wedstrijden en centrale trainingen.

In 92% van deze gevallen betrof het out-of-competition controles.

Als een dopingcontrole geen doorgang kan vinden, wordt zo spoedig mogelijk daarna opnieuw een poging ondernomen de betreffende sporter te controleren.

In 2012 zijn in totaal 87 definitieve whereabouts-fouten geregistreerd, bestaande uit Filing failures (het niet voldoen aan het tijdig en correct opgeven van verblijfsgegevens) en Missed tests (niet aanwezig zijn van de sporter op de opgegeven locatie binnen het one hour time slot). Bij tien sporters betrof het een tweede overtreding binnen 18 maanden. In één geval is er een Whereabouts failure voor een derde maal binnen 18 maanden bij eenzelfde sporter geconstateerd en is door de internationale federatie van de betreffende sporter aangifte gedaan van een overtreding van het dopingreglement (zie ook tabel 6). De top van Filing failures werd gevormd door respectievelijk sporters van de KNBSB, KNZB en NBB (Basketball). De top drie van Missed tests werd gevormd door sporters van respectievelijk de KNRB, KNBSB, KNWU. De top van Whereabouts failures werd gevormd de KNBSB en KNZB waarbij opgemerkt dient te worden dat bonden met een groot aantal sporters in de Nationale Testing Pool ook een grotere kans hebben op sporters die niet aan de whereabouts verplichtingen voldoen.

EPO en aanverwanten

In 15% van de gevallen zijn de urinemonsters ook op EPO geanalyseerd, dit is iets minder dan in 2011 (18%). Een verklaring van deze lichte daling kan gevonden worden in de teruggang van het aantal controles binnen het Nationaal Programma van 1.965 in 2011 naar 1.810 in 2012. De EPO-analyses gebeurden in verschillende sporttakken waarbij de top drie gevormd werd door wielrennen, schaatsen en atletiek. Tevens werden verschillende monsters aanvullend op somatropine, hexareline en op testosteron gebruik geanalyseerd.

Onaangekondigde dopingcontroles

Het totale percentage dopingcontroles buiten wedstrijdverband (‘out-of-competition’) is in verhouding tot 2011 gelijk gebleven en kwam op 35%. Nagenoeg alle doping controles waren onaangekondigd (‘no notice’). Uitzondering wordt slechts gevormd door dopingcontroles naar aanleiding van een behaald record of een limiet, in welke gevallen de sporter of diens bond zelf het initiatief tot de controle moesten nemen.

Targetcontroles

De Dopingautoriteit heeft de bevoegdheid tot het uitvoeren van zogenaamde targetcontroles. Deze dopingcontroles worden in specifieke gevallen en op basis van vooraf vastgestelde criteria uitgevoerd. In eerdere jaren zijn deze criteria al geactualiseerd en verder verruimd waardoor de targetcontroles breder konden worden ingezet. Targetcontroles hebben sportbreed plaatsgevonden, met de nadruk op enkele specifieke sporten waar eveneens op het niveau onder de absolute top is gecontroleerd.

Mobiel dopingcontrolestation

In 2012 is het mobiel dopingcontrolestation veelvuldig gebruikt op locaties waar moeilijk een vast dopingcontrolestation is in te richten. Het mobiele station is ondermeer ten behoeve van buitensporten als de motorsport, wielrennen, watersport, hippische sport, en triatlon ingezet. In totaal is het mobiele station bij 12 verschillende sporten ingezet.

De bevindingen

In 2012 zijn 82 dossiers met afwijkende bevindingen bij de Dopingautoriteit geregistreerd. In 76 gevallen werden er afwijkende A-delen van urinemonsters geconstateerd, een maal betrof het een afwijkende A-deel van een urinemonster in combinatie met een niet analytische bevinding. Dit gecombineerd levert 77 gevallen met een afwijkend A-deel op. Vijf maal ging het uitsluitend om een niet analytische bevinding.

Het aantal afwijkende bevindingen (inclusief de niet analytische bevindingen) is met 82 dossiers op de 2.544 uitgevoerde dopingcontroles 3,2%. Het percentage is 1,2% lager dan het percentage over 2011 (4,4%).

Tabel 4 Aantal bevindingen t.o.v. aantal dopingcontroles
2012 2.544 3,2%
2011 2.593 4,4%
2010 2.805 3,0%
2009 2.636 2,8%
2008 2.667 2,7%
2007 2.729 3,7%
2006 2.825 4,8%
2005 3.052 4,0%
2004 2.848 1,9%
2003 2.876 1,3%

Dossiers waarvoor specifiek vervolgonderzoek nodig was

Van de 77 dossiers met afwijkende A-delen van urinemonsters gaat het bij 45 dossiers om zaken waarin uitsluitend een T/E ratio groter dan 4 (35 maal) en/of een afwijkend steroïdprofiel (10 maal) werd gerapporteerd (een atypische bevinding). Het betreft hier 58% van de afwijkende A-delen. De Dopingautoriteit heeft in 2012 in al deze gevallen de isotopenratio massaspectrometrie analyse (IRMS) geïnitieerd. In geen van de 45 gevallen toonde het vervolgonderzoek aan dat de verhoging door exogene factoren veroorzaakt werd, en dus werden de resultaten door de Dopingautoriteit als niet belastend afgegeven.

Dossiers die gesloten werden i.v.m. verstrekte medische dispensatie

In drie gevallen bleek dat reeds een medische dispensatie was verleend voor het therapeutische gebruik van de aangetroffen dopinggeduide stof. Deze dossiers konden derhalve gesloten worden en zijn derhalve niet aanhangig gemaakt bij de desbetreffende sportbond. Er is twee maal een stof aangetroffen die afhankelijk van de toedieningwijze reglementair is toegestaan of niet; beide keren was het gebruik in overeenstemming met een toegestane toedieningwijze en hadden de betrokken sporters het middel ook op het dopingcontroleformulier gezet. Ook deze resultaten zijn door de Dopingautoriteit als negatief afgegeven (zie tabel 5).

Dossier dat niet aanhangig gemaakt kon worden

In een geval (een afwijkende A-deel van een urinemonster in combinatie met een niet analytische bevindingen) bleek na beoordeling van het dossier dat de zaak niet bij de betreffende bond kon worden aangedragen omdat de betreffende sporter niet lid van de bond bleek te zijn. Een lidmaatschaprelatie van een sporter met zijn bond is een voorwaarde om gebonden te zijn aan een anti-dopingreglement. De sporter nam deel aan een officieel onder bondsreglementering georganiseerd toernooi waarbij lidmaatschap een van de vereisten voor deelname was. De Dopingautoriteit heeft met de betreffende bond bestuurlijk overleg gevoerd om te voorkomen dat dergelijke gevallen zich in de toekomst nogmaals voor kunnen doen.

Indeling volgens WADA Prohibited list

Bij de stoffenindeling op groepsniveau conform de WADA Prohibited list 2012 werd over de voornoemde 77 afwijkende A-delen van urinemonsters in totaal 82 maal een stof en/of een verhoogde T/E waarde, danwel een atypisch steroïdprofiel aangetroffen.

Vier urinemonsters bevatten (afbraakproducten van) twee dopinggeduide stoffen en1 urinemonster bevatte (een afbraakproduct van) een dopinggeduide stof en een verhoogde T/E ratio. In 50 van de 82 gevallen werden er stoffen in de categorie anabole middelen gevonden. Vijftien maal betrof het stimulantia en acht maal werden (afbraakproducten van) cannabis aangetroffen. Het percentage in de categorie anabole middelen daalde in 2012 stevig met 41%. Deze daling wordt voornamelijk veroorzaakt door een lager aantal urinemonsters met een T/E ratio groter dan 4 of een atypisch steroïdprofiel.

Tabel 5 Aangetroffen stoffen en initieel afwijkende bevindingen
  2011 2012
Anabole middelen
(T/E-ratio >4)
(Atypische steroïdprofiel)
(aangetroffen middelen)
85
(51)
(30)
(4)
50
(37)
(10)
(3)
Peptide hormonen, groeifactoren en verwante stoffen 1 0
Bèta-2-agonisten 3 0
Hormoon- en metabole modulatoren 0 2
Diuretica / maskerende middelen 0 4
Stimulantia 12 15
Cannabinoïden 8 8
Glucocorticosteroïden 3 3
Bètablokkers 1 0
Totaal 113 82

In 2012 is in meerdere groepen van stoffen een toename te zien waaronder het gebruik van hormoon- en metabole modulatoren, diuretica/ maskerende middelen en stimulantia, en een afname in de groepen peptide hormonen, groeifactoren en verwante stoffen en bèta-2-agonisten. Een verklaring voor de daling van de bevindingen in de groep bèta-2-agonisten kan mogelijk gevonden worden in het feit dat in 2012 de inhalatie van het astmamedicijn formoterol bij lage doseringen volgens de dopinglijst is toegestaan. In 2012 is in overeenstemming met 2011 geen bevinding gedaan in de categorie ‘anti-oestrogene middelen’

Aanhangig gemaakte zaken

De Dopingautoriteit heeft in 2012 31 zaken in 15 verschillende sporten aanhangig gemaakt omdat deze mogelijk in strijd waren met de reglementen van de betreffende bond. In deze 31 zaken waren de krachtsporten het meest vertegenwoordigd, gevolgd door het wielrennen. Het betrof 28 maal mannelijke sporters en driemaal een vrouwelijke sporter.

In zeven gevallen is door de GDS-commissie alsnog een medische dispensatie verleend voor het gebruik van de geconstateerde stof. De betreffende sportbonden is geadviseerd dat hiermee volgens de Dopingautoriteit de grond voor vervolging in de zaak is komen te vervallen. In alle gevallen hebben de betrokken bonden de vervolging ook daadwerkelijk gestaakt.

In zes van deze 31 gevallen betrof het een resultaat van een niet door de Dopingautoriteit uitgevoerde dopingcontrole, maar betrof het een in het buitenland met betrekking tot een Nederlandse sporter uitgevoerde dopingcontrole. Het resultaatmanagement van deze controles is door de betreffende NADO of IF overgedragen aan de Dopingautoriteit. Deze overdracht heeft plaatsgevonden omdat de gecontroleerde sporters Nederlandse staatsburgers waren en/of zij ten tijde van de controle geen lid waren van een buitenlandse sportbond, maar wel van een Nederlandse bond.

In 11 van de 31 aangedragen zaken werden door de laboratoria (metabolieten van) stimulantia aangetroffen. Het betrof in het jaar 2012 acht verschillende sportdisciplines.

Het aantal aangedragen zaken inclusief de zes controles verricht door collega’s in het buitenland bedraagt 1,7% (31 zaken onder nationale anti-dopingregelgeving op 1.810 contingent controles). Het aantal aangedragen zaken in 2012 op basis van controles verricht op Nederlands grondgebied, door de Dopingautoriteit en vallend onder het nationale programma bedraagt 1,4%. Dit percentage ligt boven het geformuleerde streven voor 2012 van maximaal 1% positieve gevallen bij Nederlandse sporters.

Tabel 6 Belastende analyse resultaten en niet analytische bevindingen in 2012; stand van zaken bij het afsluiten van het jaarverslag (ISR = Instituut Sportrechtspraak, TP= Testing Pool)
Sport bevinding/stof aantal afhandeling door sportorganisatie
Atletiek (metaboliet en artefact van) hydrochloorthiazide 1 achteraf medische dispensatie verleend (niet TP), dossier gesloten
Basketbal furosemide 1 beroepscommissie IF: 1 jaar schorsing
Biljart (metaboliet en artefact van) hydrochloorthiazide 1 achteraf medische dispensatie verleend (niet TP), dossier gesloten
Biljart (poging tot) gebrekkige medewerking, metaboliet van cannabis 1 sporter geen lid van sportbond, zaak tuchtrechtelijk niet opvolgbaar
Biljart (niet NL) metaboliet van cannabis 1 zaak aanhangig bij sportbond
Hockey MDMA, metaboliet van cocaïne 1 sportbond: 1 jaar schorsing
Hockey metaboliet van methylfenidaat 1 achteraf medische dispensatie verleend (niet TP), dossier gesloten
IJshockey methylhexanamine 1 zaak aanhangig bij sportbond
Judo metaboliet van cocaïne 1 zaak aanhangig bij sportbond
Krachtsport (poging tot) gebrekkige medewerking 1 tuchtcommissie ISR: 6 jaar schorsing, sporter in beroep
Krachtsport metaboliet van cannabis 2 tuchtcommissie ISR: 2 jaar schorsing
Krachtsport metaboliet van cannabis 1 zaak aanhangig bij sportbond
Krachtsport metaboliet van methandienone, methylhexanamine 1 tuchtcommissie ISR: 2 jaar schorsing
Krachtsport methylhexanamine 1 zaak aanhangig bij sportbond
Krachtsport methylhexanamine 1 tuchtcommissie ISR: 2 jaar schorsing
Krachtsport T/E-ratio >4, metaboliet van tamoxifen 1 tuchtcommissie ISR: 2 jaar schorsing
Krachtsport (niet NL) metaboliet van drostanolone 1 tuchtcommissie ISR: 2 jaar schorsing
Rugby MDA, MDMA, methylhexanamine 1 tuchtcommissie ISR: 2 jaar schorsing
Rugby metaboliet van methandienone 1 tuchtcommissie ISR: 2 jaar schorsing
Schieten T/E-ratio >4 1 achteraf medische dispensatie verleend (niet TP), dossier gesloten
Tennis 3 whereabouts-fouten in 18 maanden 1 zaak aanhangig bij internationale federatie
Volleybal methylfenidaat 1 achteraf medische dispensatie verleend (niet TP), dossier gesloten
Volleybal (niet NL) metaboliet van cannabis 1 sportbond: berisping
Waterski en wakeboard metaboliet van cannabis 1 tuchtcommissie ISR: berisping
Waterski en wakeboard metaboliet van cannabis 1 zaak aanhangig bij sportbond
Watersport methylfenidaat 1 achteraf medische dispensatie verleend (niet TP), dossier gesloten
Wielrennen (poging tot) gebrekkige medewerking 1 tuchtcommissie ISR: 1 jaar schorsing
Wielrennen (poging tot) gebrekkige medewerking 2 tuchtcommissie ISR: vrijspraak
Wielrennen metaboliet van tamoxifen 1 tuchtcommissie ISR: 2 jaar schorsing
Zwemmen (metaboliet van) methylfenidaat 1 achteraf medische dispensatie verleend (niet TP), dossier gesloten
Totaal   32  

* Betreft een Nederlandse sport(st)er welke gecontroleerd is in het buitenland en waarvan het resultaatmanagement in 2012 is overgedragen aan de Dopingautoriteit


[1] In 2011 ging het om 64% respectievelijk 36%