Bestuur
De Dopingautoriteit kent een driehoofdig bestuur, bestaande uit een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. De secretaris is benoemd op voordracht van NOC*NSF, terwijl de penningmeester is benoemd op voordracht van het Ministerie van VWS. In 2011 ging het secretariaat over van Conny van Bentum naar Marc Benninga. Voor een overzicht van de verdere samenstelling van het bestuur wordt verwezen naar bijlage 2.
Het bestuur hanteert een bestuursmodel waarbij de verantwoordelijkheid voor de dagelijkse gang van zaken en ook voor de beleidsvoorbereiding en -uitvoering aan de directeur zijn gedelegeerd. Het bestuur bestuurt met andere woorden ‘op hoofdlijnen’.
Raad van Advies
De Dopingautoriteit kent een statutair verankerde Raad van Advies. Ultimo 2011 bestaat de Raad uit zeven personen (waarmee de Raad compleet is), die allen een specifieke belangengroep of een specifiek kennisgebied vertegenwoordigen. De Atletencommissie heeft bovendien een vervangster (in de persoon van Hinkelien Schreuder) aangewezen die in voorkomende gevallen Femke Dekker (het vaste Raad van Advies-lid namens de Atletencommissie) vervangt. De Raad heeft als taak het gevraagd en ongevraagd adviseren van het bestuur. De Raad komt enkele malen per jaar bijeen. Voor een overzicht van de samenstelling van de Raad van Advies wordt verwezen naar bijlage 2.
Bureaupersoneel
De Dopingautoriteit kent twee afdelingen (Controle en Preventie), een staf van drie personen en een secretariaat van twee personen.
Ultimo 2011 omvatte de bureauformatie 13 personen en was er één vacature, met een taakomvang van 11,8 FTE. Voor een overzicht wordt verwezen naar bijlage 3.
Doping Controle Officials (DCO’s)
Naast het vaste personeelsbestand waren eind 2011 28 parttime Doping Controle Officials (20 mannen en 8 vrouwen, zie bijlage 4) actief, aangesteld op basis van zogenaamde minimumuren-contracten.
Kwaliteit
Binnen het anti-dopingbeleid wordt veel waarde gehecht aan het leveren van kwaliteit. Veel dopingorganisaties werken dan ook met kwaliteitssystemen. Dit is met name relevant voor de uitvoering van dopingcontroles: het NDR stelt een ISO-certificaat verplicht om controles te kunnen uitvoeren. Maar ook de andere taken, waaronder het verstrekken van medische dispensaties en het verzorgen van preventie-activiteiten dienen naar onze mening aan ISO-normen te voldoen. De Dopingautoriteit en haar rechtsvoorgangers zijn reeds sinds 1998 ISO-gecertificeerd.
In mei werd bovendien een Klachtenprocedure vastgesteld en op de website gepubliceerd. In de procedure staat beschreven hoe de Dopingautoriteit omgaat met klachten over haar handelen. Er is in het verslagjaar overigens geen enkele klacht ontvangen.
Geneesmiddelen Dispensatie Sporter-commissie (GDS-commissie)
Één van de bepalingen uit het dopingreglement betreft de procedure rondom het gebruik van dopinggeduide geneesmiddelen. De Dopingautoriteit heeft ten behoeve van de Nederlandse sportbonden een commissie geïnstalleerd, de Geneesmiddelen Dispensatie Sporter-commissie (GDS-commissie), die bestaat uit onafhankelijke artsen.
Formeel was het zo, dat de GDS commissie een commissie van de sportbonden was. Dat had tot gevolg dat bij verandering in de samenstelling van de commissie elke sportbond een bestuursbesluit moest nemen met betrekking tot de benoeming van de leden van de GDS-commissie.
Bij het inwerking treden van de nieuwe dispensatiebijlage bij het Nationaal Dopingreglement is dat in 2011 gewijzigd. Vanaf dat moment is de GDS-commissie een commissie van de Dopingautoriteit.